Jaargang 49 Nummer 2

POKROF 4 gemeenschap in Zuid-Frankrijk voerde mij dieper binnen in de liturgie, die daar enthousiast werd gevierd in de vertaling en met de muziek van Chevetogne. Die mystagogie, die je binnen- voert in de mysteriën, heeft mij vaak getroffen; dat je vanaf de plek waar je je bevindt en vanuit de stemming waarin je bent geleidelijk aan wordt binnenge- zogen in de beleving van de litur- gie. Sinds kort ga ik daadwerkelijk in deze ritus voor. Ik zie dat op de eerste plaats als een dienst aan de christengemeenschap ter plekke om samen de Drie-ene dankbaar te huldigen met diepe eerbied en vreugde en ook respect tot uiting te brengen voor ieders menselijke waardigheid. We beleven daarin de ‘binnenkant’ van de gemeen- schap, afdruk en weerspiegeling van de hemelse en apocalyptische liturgie. Mijn voorgaan in de Byzantijnse ritus staat vrijwel volledig los van andere pastorale activiteiten die ik nog uitoefen. Ik ga regelmatig voor in de westerse ritus bij kloosterlingen en twee maanden per jaar voor toeristen op het Griekse eiland Kos. Vele jaren maakte ik daar wel zondagsdien- sten en ander diensten mee in orthodoxe parochies en kreeg ik de kans toeristen uitleg te geven over bijvoorbeeld de Grieks- orthodoxe Kerk. Het voorgaan in de Byzantijnse ritus sluit perfect aan bij mijn Griekse voorliefde, en het heeft invloed op mijn voorgaan in de Romeinse ritus. Het geeft meer rust en meer gevoel voor symbolische gebaren. Ik leg ook andere accenten. Jan Kaandorp en Ton Sip behoren tot de groep priesters die sinds vorig jaar voor kunnen gaan in Byzantijnse liturgie. Jan Kaandorp msc werd geboren in 1928 in Haarlem. Hij werd Missionaris van het H. Hart en in 1953 tot priester gewijd. Ton Sip is priester van de Parochie Margaritha Maria in Tilburg. NIEUWE VOORGANGERS BYZANTIJNSE LITURGIE Vervoerd door de liturgie Jan Kaandorp Mijn voorgeschiedenis met de Byzantijnse ritus begon in het klein-seminarie. Als jongetje van dertien of veertien raakte ik geboeid door de Griekse taal en letteren, met name door ge- schriften van de Griekstalige kerkvaders. Uit die tijd stamt mijn levenslange ‘vriendschap’ met Basilius de Grote. Tijdens mijn priesteropleiding kwam daar mijn belangstelling voor de Griekse wijsbegeerte en de Grieks- talige theologische traditie bij. Aan de Nijmeegse Universiteit studeerde ik klassieken met als hoofdvak christelijk Grieks en als een van de bijvakken liturgiege- schiedenis. Dat dit laatste nog zo vruchtbaar zou worden in mijn leven, bevroedde ik toen nog niet. Ergens na mijn wijding moet ik voor het eerst een Byzantijnse liturgie hebben meegemaakt, die diepe indruk op mij maakte. In 1967 reisde ik voor het eerst naar Griekenland. Ik herinner mij een avonddienst voor een overledene met werkelijk oeroude gebruiken in het oudste nog gebruikte kerk- je van Griekenland in Kalambáka. Een verblijf bij de Théophanie-

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=