Jaargang 49 Nummer 2

POKROF 15 Ten tweede, omdat er angst voor discriminatie bestaat als men open over de katholieke identi- teit is. De grootste groep katholieken wordt door de immigranten gevormd: ongeveer 200.000. Van hen zijn 100.000 uit Polen afkomstig, 45.000 uit de Filip- pijnen en enige tienduizenden uit Oekraïne (waaronder veel geünieerden) en uit West- Europese landen. Ook zijn er 7500 Chaldeeërs uit Irak. Het aantal immigranten neemt voortdurend toe. Dat heeft tot gevolg dat de Griekse Rooms- katholieke Kerk, die tot voor kort een grotendeels etnisch Griekse kerk was, steeds meer een buitenlandse kerk wordt. Dat kon men goed zien tijdens de pausmis op 5 mei 2001 in het Olympisch basketballstadion van Athene, toen het aantal aanwezi- ge Polen en Filippijnen mini- maal zo groot was als dat van de Grieken. Dit verschijnsel toont duidelijk aan dat Griekenland, na tientallen jaren lang een emi- gratieland te zijn geweest, nu een immigratieland is geworden. Dat is iets wat veel Grieken moeilijk te accepteren vinden. De katholieke bisschoppencon- ferentie bestaat uit zes leden. Er zijn vele orden en congregaties actief, onder meer in de pasto- raal, het onderwijs en in de gezondheidszorg. De caritas af- delingen zijn actief onder hulp- behoevenden. Het elke twee weken uitkomen- de blad ‘Katholiki’ geeft vooral informatie over het Griekse en het wereldwijde katholicisme. Een groot probleem voor de Rooms-katholieke Kerk is de erkenning van haar wettelijke status door de Griekse overheid. Toen moeilijkheden over het eigendom van het katholieke kerkgebouw in Chania op Kreta juridisch niet opgelost konden worden, wendde de leiding van de katholieke kerk zich tot het Europese Gerechtshof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. In 1997 velde dat Hof het vonnis dat de katholieke kerk in Chania wettelijk be- staansrecht heeft. Op grond daarvan leek het een redelijke verwachting dat de Griekse over- heid de Rooms-katholieke Kerk in heel Griekenland zou erken- nen. In juli 1999 heeft het Griekse parlement echter alleen die katholieke instellingen erkend die al voor 1946 bestonden. De katholieke kerkleiding neemt daarmee geen genoegen en ver- langt algemene juridische erken- ning door de staat. Zoals gezegd vormen de moslims de grootste religieuze minder- heid in Griekenland. Ongeveer 150.000 van hen zijn geboren en getogen Griekse staatsburgers. Verder heeft minimaal een half miljoen moslims uit met name Albanië en de Arabische wereld als immigrant zijn toevlucht in Hellas gezocht. De andere gods- dienstige minoriteiten zijn een stuk kleiner, te weten Jehova’s getuigen (40.000 etnische Grie- ken) en protestanten (25.000 etnische Grieken en minimaal 10.000 die uit West-Europa en Noord-Amerika afkomstig zijn). Ook zijn er Armeniërs (5000), inclusief enkele honderden die met Rome geünieerd zijn, en scientologen (5000). Er zijn ook nog kleinere groepen, zoals anglicanen, baptisten, penteco- stals, mormonen, zevendedags- adventisten en Baha’i. Tot aan de Tweede Wereldoorlog leefden er meer dan 50.000 joden in Thes- saloniki, maar zij en de meeste andere Griekse joden zijn in de Shoah vermoord. Heden ten dage wonen er nog maar 5000 joden in Hellas. Al deze denominaties en gods- diensten zijn echter slechts klei- ne minderheden in Griekenland. De Orthodoxe Kerk is de staats- kerk en ongeveer 97% van alle Grieken is in haar gedoopt. Over het algemeen is godsdienstige verscheidenheid voor bijna alle orthodoxe hiërarchen in Grie- kenland onwenselijk. Zij vinden dat het Griekse volk homogeen en zuiver moet zijn, niet alleen als natie maar ook als gods- dienst. Daarom benadrukken ze de nauwe band die er volgens hen tussen Griek-zijn en ortho- dox-zijn bestaat en zien zij zich- zelf als de enige juiste morele instantie voor de Griekse natie. Er zijn echter ook enkele Grieks- orthodoxe intellectuelen die ver- draagzaamheid voor de niet- orthodoxe confessies proberen te bevorderen en hun juridische positie willen verbeteren. Bert Groen, Instituut voor Oosters Christendom

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=