Perspectief 2015-28

2015-28 De icoon, beeld van ons geloof 31 Reag eer en de fel opkomende Islam, die de absolute transcendentie van God als een kernpunt van hun geloofsbeving huldigden. Ook wilden deze hun eigenheid natuurlijk al te graag poneren door de tegenstellingen met het christendom in het licht te plaatsen, waaronder het gebruik van beelden in de eredienst. Dat rook voor hen naar afgodendienst. Zo ontstond in de eerste helft van de achtste eeuw, onder de stimulans van keizer Leo III, de georganiseerde strijd tegen het beeld, de icoon. De hevigheid van deze strijd maakt echter duidelijk wat er op het spel stond. Het ging om de Gestalte , het ging om de ware Menswording van God in Christus . Hier ging het over: de vijandschap ten aanzien van het beeld dreigde de ‘ware’, de reële Menswording van God te ondergraven en daarmee de nabijheid van God, de ‘humaniteit’ van God, de zachtheid van God. De iconoclasten hadden inderdaad weinig aandacht voor de historische Jezus. Zij zagen de mensheid van God in Jezus als verstoken van alle concreetheid; dit werd dan meteen een argument ten gunste van de niet-voorstelbaarheid van Christus. Onder dit argument school nog een ander oud zeer, dat uit de Alexandrijnse sfeer kwam en zijn wortels vond in de leer van Plato en zijn epigonen: nl. de depreciatie van de materie, die voor deze denkers de bron was van het kwaad. Keizer Leo III drukte zijn verachting voor de materie en voor de icoon als volgt uit: ‘De Heer verdraagt het niet dat men een portret van Christus tekent zonder stem, zonder adem, van aardse materie gemaakt die in de Schrift wordt veracht…’. Overigens zal de negatieve kijk op de materie en op het lichaam een lange, pijnlijke geschiedenis kennen, vooral in de westerse kerk. B. Het antwoord van de Kerk. Het plotse verschijnen van de beeldvijandigheid, gestuurd door de keizer zelf was een schok voor de Kerk, waarop ze niet onmiddellijk voorbereid was. Toch kwamen de reacties spoedig los, bij het volk, dat aan de iconen gehecht was, en bij monde van enkele grote en heldhaftige verdedigers van de iconen: patriarch Germanus van Constantinopel (patriarch: 715-730), patriarch Nicephorus (±758-828), maar vooral van twee grote monniken: Johannes van Damascus (676-749) van het klooster van de H. Sabbas, en later

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=