Verslag symposium over geuzen en papen tussen Vecht en Eem


GeuzenEnPapenHet hoog gelegen Willibrordkerkje van Nederhorst-den-Berg zat helemaal vol. Een volle kerk! Tegenwoordig is dat opmerkelijk en zeker op een vroege zaterdagochtend. De aanwezigen kwamen niet voor Allerzielen. Het ging hun om een symposium rond een boek: je kunt een zwakkere reden bedenken om een kerkgebouw te bezoeken.

Het betrof Geuzen en Papen – katholiek en protestant tussen Vecht en Eem 1550-1800[i]. Onder redactie van Henk Michielse, Jan Out en Gerrit Schutte beschrijft een groep regionale historici, aldus de achterflap, per plaats het verloop van de Reformatie en de manier waarop katholieken en protestanten met elkaar omgingen. Dit onderzoeksproject startte in 2006 en de groep rondt met deze lijvige publicatie van 400 bladzijden haar werk af. De Willibrordkerk was volgens dagvoorzitter Henk Michielse de goede plek voor deze presentatie en het was bovendien het goede tijdstip. Want op de ‘zandopduiking’ van Nederhorst, ooit Werinon geheten, heeft Liudger in de 8e eeuw een kerkje gesticht dat de moeder werd van de kerkstichtingen in Naarden, Muiden, Weesp en Loenen. Het latere stenen gebouw, dat ons vandaag huisvest, is ook beroemd wegens het eeuwenoude randschrift aan de noordelijke ingang dat vraagt om te bidden voor de zaligheid van Elburga, de grootmoeder van Liudger. Duizend jaar geleden, aldus Michielse, werd de traditie begonnen om op 2 november de overledenen te herdenken, en elk jaar op 7 november wordt Willibrord herdacht, de oermissionaris van onze gewesten. De combinatie boek, plaats en tijd bracht de historiegevoelige belangstellenden er dus toe in grote getale aanwezig te zijn. Er werd weliswaar niet gebeden voor Elburga, maar op de momenten waarop Peter den Ouden, de cantororganist, virtuoze orgelmuziek ten gehore bracht leek de oplettende luisterhouding van de aanwezigen even af te zwakken naar die van meer ontspannen kerkgangers. Wie weet waar iedereen dan aan denkt.

GeuzenEnPapenPresentatieVoor het overige moest er intensief geluisterd worden, en volhardend. Allereerst gaven mevrouw Llewellyn Bogaers en Fred van Lieburg hun visie op de beschreven onderzoeksperiode. Co-redacteur Gerrit Schutte presenteerde het boek vervolgens aan Jan de Kok o.f.m., emeritus (hulp)bisschop van Utrecht én historicus, en aan de heer Bert van Bokhoven, lid van het moderamen van de Protestantse Kerk in Nederland. De twee laatst genoemden gaven ieder hun visie op de betekenis van het onderzoeksproject. Vijf sprekers dus en tezamen met de verbindende teksten van de dagvoorzitter vulden zij op academisch niveau de ruim drie uur durende bijeenkomst.

Llewllyn Bogaers heeft in haar proefschrift Aards, betrokken en zelfbewust op basis van jarenlang archiefonderzoek het bestaande beeld van een versteend 15e eeuws katholicisme van zijn sokkel getrokken. Met fraai beeldmateriaal illustreerde zij haar visie, dat de laagdrempelige godsdienstige praktijken van de katholieken diep geworteld waren in hun samenleving van alledag. De mythe van een polemische geschiedschrijving wil dat de katholieken uitkeken naar de reformatie, maar zij waren integendeel beslist trouw aan hun kerk en steunden de opstand, niet de religiestrijd. Deze strijd begon juist van bovenaf vanuit de elite, en de politiek gestuurde combinatie van de opstand tegen Spanje met een nieuw geloof deed uiteindelijk de katholieken de das om. Geuzen en Papen draagt bij aan een realistischer beeld van de complexe gang van de reformatie in het drassige gebied tussen Vecht en Eem.

Fred van Lieburg, hoogleraar in de geschiedenis van het protestantisme aan de VU, miste in het boek een duidelijk religie-kaartje van de regio, maar dat gemis vulde hij zelf ruimschoots aan. Hiermee liet hij zien hoe versnipperd deze regio bestuurlijk was en godsdienstig eigenlijk nog is. Hij betoogde dat de 19e eeuw een nieuwe laag geloofsrichtingen had gelegd over de bestaande traditionele lappendeken. Het volkspetitionnement voor christelijk onderwijs van 1878 bracht die diversiteit duidelijk aan het licht. Het waren niet alleen predikanten die deze ontwikkelingen beïnvloedden, ook uitgevers van boeken en geschriften droegen daaraan bij. Zelfs het aloude volksgeloof was in de 19e eeuw bij het protestantse volksdeel nog springlevend, getuige de verhalen over de Engelenwacht. Van Lieburg adviseerde het bestuur van TVE een even degelijk vervolgproject te starten over die buitengewone 19e eeuw.

Gerrit Schutte vroeg zich bij zijn presentatie af wat nu eigenlijk het resultaat was van het project. Had het antwoord gegeven op de belevingsvraag: hoe voelden de mensen de fascinerende woelingen van toen? Geschiedenis is een vreemd vak, vindt Schutte, het beschrijft het hoe maar geeft nauwelijks een antwoord op de vraag waarom. Op individueel niveau kun je de motieven volgen, zoals van die Naardense jongeman Anthonie Frederiksz die in 1530 op de brandstapel belandde wegens zijn opvatting dat alleen de bijbel telt en de rest genade is. Maar hoe zit het met de noodzaak van de woelingen zelf? Schutte prees de chemie in de onderzoeksgroep waarin beroepshistorici en liefhebbers voorbeeldig met elkaar hebben samengewerkt en tot een echte bijdrage aan regionale geschiedschrijving zijn gekomen.
Hij overhandigde Geuzen en Papen aan mgr De Kok en moderamenlid Van Bokhoven, nadat de dagvoorzitter ons eraan had herinnerd dat de klanken van het angelus boven onze hoofden al klonken voordat er van verschil tussen katholiek en protestant sprake was.

De Kok meldde dat hij Geuzen en Papen met veel genoegen had gelezen. Het had hem terug doen denken aan zijn leermeester Rogier en aan de vele gewone mensen in de 16e eeuw, ook de pastoors met hun ‘getallenleugentjes’. Maar waarom was dit alles bij ons zo anders gelopen dan in de ons omringende landen? Hij vroeg aandacht voor de doorwerking van de 15e eeuwse vroomheid en daarin met name voor de invloed van de observantiebeweging bij de religieuzen. In die beweging werd ‘de lat hoger gelegd’ dan tot dan toe: er werd meer van de volgelingen geëist en de bijbel, vooral Paulus, werd meer als een wetboek gelezen. Zo zou je beter kunnen weten wat God van je verwacht! Welke invloed heeft deze mentaliteit uitgeoefend op de kleur van de theologische discussies in 16e eeuw? Ook De Kok adviseerde een vervolgproject, maar dan over de 15e eeuw!

GeuzenEnPapenPresentatie2Bert van Bokhoven bedankte de samenstellers van Geuzen en Papen en hoopte dat hun monnikenwerk niet vergeefs zou zijn. Hij onderstreepte het oecumenisch perspectief dat aan de PKN ten grondslag ligt: zij wil van harte investeren in de kerk van Christus die niet verdeeld kan zijn. Tussen Trente en Heidelberg, beide nu 450 jaar geleden, mogen geen tegenstellingen herleven. Hij toonde zich verheugd over het feit dat de R.K. Kerk lid is van de landelijke Raad van Kerken en betreurde dat het geloofsgesprek stokt op lokaal niveau. De gezamenlijke focus moet gericht zijn op wat de kerken verbindt en op wat praktische samenwerking kan bereiken. Van Bokhoven hoopt dat er ooit een ‘Protestantse Katholieke Kerk’ tot stand zal komen.

Tot slot verwachtte Michielse dat diverse aanwezigen wat ‘appeltjes te schillen’ zouden hebben met sprekers en auteurs. In maart 2014 wordt er door TVE een discussiebijeenkomst georganiseerd waarin de stilgehouden aanwezigen hun schade konden inhalen. Intussen heeft dan iedereen de tijd om het boek goed te lezen. Bij de uitgang vond Geuzen en Papen ruim aftrek. Dus dat belooft wat. Een lichte lunch in het Spiegelhuys aan de overkant sloot het symposium af. Ieder reisde langs de natte polders en legakkers tussen Vecht en Eem voldaan terug naar huis.

Ruud Hehenkamp



[1] Henk Michielse, Jan Out, Gerrit Schutte (red.), Geuzen en papen – Katholiek en Protestant tussen Vecht en Eem 1550-1800, Hilversum, 2013. Kosten: 29 euro in de winkel, 24 euro bij de Stichting Tussen Vecht en Eem (zie website www.tussenvechteneem.nl).