Jaargang 68 Nummer 5

Pokrof 7 Afbeelding 1, Bergen, Universitetsbiblioteket, Ms. 28, f. 161r, s. XIIex-XIIIin, Cambron Tijdens het symposium ter gelegenheid van het afscheid van onze waarde collega Leo van Leijsen is de relatie tussen de oostelijke en westelijke kerken nader onder de loep genomen. Dat die relaties tussen de oostelijke en westelijke kerken een complexe aangelegenheid is, moge na dit symposium duidelijk zijn. Dat vroeg- en hoogmiddeleeuwse monniken in westelijke delen van Europa niet geïnteresseerd zouden zijn in de monastieke cultuur van hun collegae in de oostelijke delen van Europa is ook een hardnekkige stelling die nog altijd leidend blijkt te zijn. Hoewel de filioque-controverse aanleiding heeft gegeven tot menig discussie tussen de kerkgemeenschappen in Europa – en uiteindelijk het Oosters Schisma in 1054 – de interesse in Grieks blijft bestaan in de vroeg- en hoogmiddeleeuwse schriftcultuur. Dit korte artikel laat zien hoe ‘Byzantijnse’ invloeden nog altijd merkbaar waren in de schriftcultuur. Vertalingen De geschriften van de ‘Griekse’ kerkvaders, zoals Origenes, Athanasius van Alexandrië, Basilius de Grote, Gregorius van Nazianze en Johannes Chrysostomus, zijn op aanzienlijke schaal overgeschreven in de westelijke delen van Europa door scribenten in de middeleeuwen. Het gaat hierbij om Latijnse vertalingen van de oorspronkelijk Griekse teksten. Een bekend voorbeeld zijn de vertalingen van de commentaren van Origenes op verschillende Bijbelboeken, zoals het Evangelie van Mattheus of de Brief aan de Romeinen. Hoewel het oorspronkelijke Griekse werk vermoedelijk uit vijfentwintig delen heeft bestaan, is het in afzonderlijke Latijnse vertalingen overgeleverd. Een bekende vertaler van de Griekse geschriften van Origenes naar het Latijn is de monnik Tyrannius Rufinus, die onder andere de commentaren op de ‘Brief aan de Romeinen’ en het ‘Hooglied’ heeft vertaald in de late vierde en vroege vijfde eeuw. Gaandeweg de middeleeuwen zijn deze laatantieke Latijnse vertalingen van de Griekse geschriften gebruikt als voorbeeldexemplaar voor andere kopieën. Naast deze volledige teksten zijn er ook gebeden die zowel in het Latijn en Grieks op eenzelfde pagina zijn geschreven. Een interessant voorbeeld is een elfde-eeuwse kopie van Chrysostomus’ Commentarium epistolam ad Hebreos, geschreven in de Sint-Maartenabdij te Doornik. De scribent van de hoofdtekst van het handschrift heeft in Latijns schrift een gebed in zowel de Griekse als Latijnse taal geschreMiddeleeuwse boeken in het Latijnmet een Grieks tintje Fascinatie voor Byzantium! Elfde-eeuwse kopie van Hiëronymus, In Danielem, geschreven in de Sint-Truidenabdij. Afbeelding 2.1, Liège, Bibliothèque l’Université, Ms. 257, ff. 1v-2r, s. XI, Sint-Truiden.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=