Jaargang 68 Nummer 5

Pokrof 5 Toch wordt er veel en goed geschreven, maar met kerk en godsdienst heeft het niet veel te maken. De verhalen zijn realistisch en gaan over de dagelijkse problemen. Van een Dostojevskij of een Solzjenitsyn is nog geen sprake - de vraag is of je dat in deze tijd zou willen. Gelukkig hebben we de kerkvaders nog, en de liturgie. De muziek Er bestaat zoiets als geestelijke muziek - maar wanneer is daar nu sprake van? Als je daar muziek met religieuze thema’s onder verstaat, geldt dat voor het grootste deel van de klassieke muziek, tot nu toe. In eerdere eeuwen gecomponeerd in opdracht van de kerk of van vorsten, voor in hun privékapellen. Allemaal religieuze muziek? Voorop stond dat het mooi en kunstig was, en dat je er eer mee kon inleggen. Is een Requiem (Mozart, Brahms, Fauré) vooral mooi en muzikaal, of stemt het ook tot peinzen over het lot van de mens, zijn dood en de goddelijke gerechtigheid? Ik geloof het niet altijd. Bij het horen van Bachs Matteüspassie gaan sommigen in God geloven, anderen ook wel, maar alleen zolang de muziek duurt, en de meesten vinden het aangrijpend, maar hun leven verandert er niet door. Dit brengt ons op de liturgische zang. Dat de liturgie wordt gezongen is een gegeven: de liturgie is een viering, en bij vieren hoort zingen, het is zingen, zou je kunnen zeggen. En alle teksten hebben religieuze betekenis. Moet het ook mooi zijn? Mooi is het niet altijd, bij voorbeeld als het koor zijn dag niet heeft. Ideaal gesproken zou het gezang gedragen moeten worden door alle mensen in de kerk, en dan maakt het niet uit of het mooi is. De praktijk: het meeste gebeurt door een koor en een dirigent, die er het beste van proberen te maken, en op hun tijd wat willen schitteren. We hebben dan de situatie dat de teksten centraal staan en te volgen moeten zijn en dat de muziek bruikbaar moet zijn: in dienst van de tekst, niet al te kunstig gecomponeerd en behapbaar voor een doorsnee koor, of eigenlijk: voor iedereen die wil meezingen. De religieuze muziek klinkt in de kerk, en op het podium. Veel van wat er in de kerk gezongen wordt is niet geschikt voor het podium; denk alleen al aan de litanieën. Een aantal gezangen uit de liturgie kun je in het concert invoeren, voor enige momenten van verstilling, maar een concert met alleen die gezangen wordt niet boeiend. Omgekeerd zijn er allerlei composities die wel mooi zijn, denk aan het sv’atyj bozje van de grote Sviridov, maar niet geschikt voor de liturgie. De schoonheidsbeleving is anders. Wat je in de kerk hoort, ligt vaak tegen volkszang aan. Het komt voort uit oudere melodieën, geharmoniseerd door allerlei kerkdienaren; je ziet wel eens bekende namen, maar de meesten zijn anoniem. Bepaalde melodieën doen altijd weer hun werk, en worden met grote overtuiging gezongen. Hoe dat komt is het raadsel van de muziek. Om ons maar eens heel ver van dit huis te begeven: denk aan sommige popmuziek. Enige goedgemikte beginaccoorden kunnen een heel nummer onsterfelijk maken, maar wat dezelfde band verder nog doet gaat vaak weer de vergetelheid in. En: religieuze muziek, bestaat die? Kun je spreken van gelovige noten, en van atheïstische noten? De woorden zullen hun werk moeten doen. In de liturgie is het samenspel tussen tekst, handeling en muziek bepalend voor de beleving. Beeld Het verhaal is bekend. In 1867 bezocht Dostojevskij het Kunstmuseum in Basel, en als door de donder getroffenbleef hij staanvoor een schildeHans Holbein de Jongere, Gestorven Christus in het graf.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=