Jaargang 68 Nummer 4

Pokrof 18 met eigen goden, die hem bijstaan in de strijd. Nog ver van de Ene God voor allen. Apart staat wat hij schrijft over de site “Vrouwen in Europa” (2007-2012), waarin Russische en Oekraïense vrouwen, meestal getrouwd met een Nederlander, hun problemen konden voorleggen. Het geeft je een idee van de problemen: hoe om te gaan met een Oekraïense vader, die nog steeds communist is; opgroeiende kinderen die in engelen geloven, of zich bij sekte-achtige groeperingen aansluiten. Besteed ik te veel zorg aanmijn uiterlijk? - mijnman vindt het zondig. Hoe vind ik een geestelijke vader? V. Sergij geeft raad, meestal met verwijzingen naar de Schrift. Rondomde parochie Een flink laatste deel geeft beelden van wat er in en rond de parochie gebeurt: pelgrimstochten naar Jeruzalem, en de verrichtingen van Oktoich, het koor voor Russische religieuze muziek, in 1996 door Aliona Ovsjannikova, de vrouw van de priester, in het leven geroepen: de concerten die ze geven, de uitstapjes die ze maken, en hoe koorleden door de zang tot de kerk zijn gekomen. Verder lezen we toespraken bij uitvaarten, en beschouwingen over film en literatuur. “De reis uit de stad Kitezj naar Amsterdam” is een van de pelgrimsverhalen. Toen de jonge geestelijke Sergij Ovsjannikov nog in zijn ‘babylonische ballingschap’, in het communistische achterland dus, verkeerde, had hij een idealistisch beeld van het westen. En toen hij begreep dat Nederland zijn voorland zou zijn, was hij al bij voorbaat onder de indruk van ons heldhaftige verleden, de strijd tegen de Spanjaarden, de zeeslagen, het Rampjaar. Hij was verbaasd dat hij daarvan in de kunsten zo weinig terugzag. In het Rijksmuseum zie je huiselijke taferelen, knusse interieurs, schilderachtige straatjes, huisjes met de bezem tegen de muur. Wat een verschil met met het beeld van Rusland. Zouden Nederlanders, als Russen, hun leven geven voor het vaderland? Daar schijnen Nederlanders niet zo erg mee bezig. Wat is het ideale huis? Voor Nederlanders de plek waar je terugkomt na een reis. De schrijver verbaast zich over de taferelen op Schiphol, waar de arriverenden worden opgehaald of ze jaren op wereldreis zijn geweest. Voor de Rus, nog steeds volgens de schrijver, is de ideale stad het legendarische Kitezj, de stad die onder water verzonk bij een aanval van de Tataren, en onzichtbaar werd voor de vijand. Een symbool van schoonheid en rust, om van te dromen als het aardse huis niet erg behaaglijk is. In plaats van drang naar heldendaden heerst bij ons het overleg, vanwege de dreiging van het water, en steeds voelt v. Sergij de sfeer van het calvinisme. Aan het eind een opstel over heiligheid, de weg naar de vervolmaking, het afstand houden van het profane, het keren in jezelf: in de wereld ben je vaker de weerschijn van anderen. Het sluit aan bij zijn beschouwing over de eeuwwende. De 21e eeuw deed niet op dramatische wijze haar intrede - alles bleef een beetje hetzelfde. Lucas 17,20-21 wordt hier geciteerd, na de vraag naar het Rijk Gods. ‘De komst van het Rijk Gods kunt ge niet waarnemen. Men kan niet zeggen: Kijk, hier is het, of daar is het. Want het Rijk Gods is midden onder u.’ Dolf Bruinsma

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=