Jaargang 68 Nummer 1

Pokrof 3 Mozes ontmoet God bij het brandende braambos. Icoon Sinaï-klooster 12e eeuw (Foto: Wikimedia Commons). De Goddelijke schoonheid In maart 2019 verscheen een artikel van Aidan Hart ‘The Nature of Divine Beauty’, over de schoonheid van iconen. We doen er hier verslag van, deels samenvattend, deels in vertaling. Hart begint met de idee dat iedereen weet dat iets mooi kan zijn, en een idee heeft van schoonheid. Maar de bijzondere schoonheid van iconen, wat bedoelen we daarmee? Iconen hebben een plaats in het liturgisch gebeuren, zijn voorwerpen van verering - ze brengen ons in contact met wat ze uitbeelden: personen, gebeurtenissen, waarheden. Ook wie daar niets mee heeft, kan daardoor worden bewogen, getransformeerd zou je kunnen zeggen. “Liturgische schoonheid”, in de woorden vanHart. Kunnenwe een idee hebben van de schoonheid van engelen? In de Bijbel verschijnt soms een engel. Degene voor wie hij verschijnt wordt door vrees bevangen. “Vreest niet,” zei Gabriël tegenMaria. Bij de goddelijke schoonheid hoort een gevoel van ontzetting, voor iets dat groter is dan wij, dat ons verontrust, wakker maakt, en ons uitnodigt tot een tocht in het onbekende. Een belofte van schoonheid. Maar het kost moeite die te veroveren. Zoals bij de martelaren, die folteringen moeten doorstaan om door te dringen tot de schoonheid van God. Mozes zendt een aantal mannen uit omKanaän te verkennen. Na veertig dagen keren ze terug uit het land van melk en honing, met granaatappelen, vijgen en een geweldige druiventros. De meeste Israëlieten hebben het idee dat ze dat land niet kunnen veroveren, behalve Jozua en Caleb. Zij zullen het beloofde land binnengaan, de rest zal omkomen in de wildernis. Schoonheid wenkt, meent Hart, maar verplicht niet. Een innerlijke verandering is nodig om de schoonheid te bereiken. Dat is ook de betekenis vande icoonvandeTransfiguratie, hetwerkwaar iedere iconenschilder mee begint. De Transfiguratie is de gebeurtenis van enkele dagen vóór de Kruisiging, en een belofte van de dingen die zullen komen. Dan volgt hier een fragment in vertaling: Schoonheid en hetWoord Het goddelijke woord en het goddelijk beeld komen uit dezelfde bron, de Logos, het Woord van God dat de Glorie van de Vader uitdrukte door de Geest. Toen de apostel Johannes de term Logos gebruikte om de tweede persoon van de Drieëenheid te beschrijven, dacht hij ongetwijfeld aan de betekenissen die dit had voor de Grieken, de stoïcijnse filosofen en de joodse Philo van Alexandrië. Voor hen, en voor Johannes, betekende de term Logos niet alleen ‘woord’, maar ook het bezielende, ordenende principe van de kosmos. Johannes bedoelde dat Christus, de Logos, de Vader openbaart, als spreker en als kunstenaar, hoorbaar en zichtbaar. Dit koppelen van woord en beeld wordt

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=