Jaargang 68 Nummer 1

Pokrof 13 Het klooster Mar Saba bij Jeruzalem is een van de beroemdste kloosters van het christelijk Oosten. Het is gesticht in 484. Het wordt nog steeds bewoond door orthodoxe monniken. En in de geschiedenis van de Byzantijnse liturgie is het bekend van het Typikon van Mar Saba, dat met name in de Russisch-orthodoxe Kerk zo’n belangrijke rol speelt wat de liturgische spelregels betreft. De naam van het klooster is Arabisch voor Sint-Sabbas, de stichter naar wie het klooster is vernoemd. Wie was deze Sabbas? Sabbas wordt ‘Sabbas de Geheiligde’ genoemd. Zo kan hij worden onderscheiden van enkele andere heilige mannen in de geschiedenis met dezelfde voornaam. Hij werd geboren in 439 in een dorp in de buurt van Caesarea van Cappadocië, het tegenwoordige Turkse Kayseri. Het dorp heette in het Grieks Moutalaske, wat wel wordt afgeleid van het Syrische Mata la zkha, ‘Dorp van de overwinning’. Zijn naam Sabbas is een vergrieksing van het Syrische woord sabba, wat ‘oude man’ betekent. Sabbas de Geheiligde was de zoon van een hoge militair, Johannes geheten. Toen die voor militaire zaken met zijn vrouw Sofia naar Alexandrië in Egypte moest, vertrouwde hij de opvoeding van de vijfjarige Sabbas toe aan diens oom van moeders zijde, Ermias geheten. Sabbas was blijkbaar ongelukkig met hoe met name de vrouw van zijn oom, zijn tante, zich ten opzichte van hem gedroeg en met de ruzies tussen Ermias en een andere oom, Gregorius geheten, over zijn opvoeding en over het besturen van zijn ouders’ eigendommen. Hij liep een paar keer weg en trad op achtjarige leeftijd in in een klooster van patriarch Flavianus van Antiochië. Later verzette hij zich tegen de wens van zijn ouders om terug te keren naar de wereld en te trouwen. Toen Sabbas 17 jaar oud was, ontving hij de tonsuur als monnik. Hierna vertrok Sabbas naar Jeruzalem waar hij zich wilde aansluiten bij de kluizenaars onder leiding van Euthymius de Grote. Euthymius liet hem niet toe tot zijn lavra (dat is een verzameling kluizenaarswoningen, waar de kluizenaars in eenzaamheid leven, maar ook dingen gemeenschappelijk doen) en stuurde hem naar een cenobitisch klooster (waar monniken als een gemeenschap in één huis wonen) onder leiding van Abba Theoctistus. Na 10 jaar stierf Theoctistus en twee jaar later ook zijn opvolger. Sabbas vroeg aan de abt die daarna kwam om een kluizenaarsleven te mogen leiden. Gedurende vijf jaar leefde Sabbas in een grot ten zuiden van het klooster, biddend, werkend en vastend. Alleen op de zaterdagen en de zondagen ging hij naar het klooster om deel te nemen aan het gemeenschappelijk gebed. Tijdens de Grote Vasten (veertigdagentijd voor Pasen) verbleef Sabbas bij Euthymius in de woestijn, vastend, weinig drinkend, biddend en nachtwaken houdend. Na de dood van Euthymius - Sabbas was toen 35 jaar oud – ging hij wonen in een grot bij het klooster van Sint-Gerasimus van de Jordaan. Hierna zette hij zijn kluizenaarsleven voort in een grot in het Kedron-dal. Op een gegeven moment gingen zo’n zeventig kluizenaars zich verzamelen rond Sabbas. Dat is het begin van de Lavra, het begin van het klooster wat nu Mar Sabba heet. De groep groeide. Mettertijd maakten zo’n honderd-en-vijftig monniken deel uit van de Lavra. Er waren op een gegeven moment monniken die in opstand tegen Sabbas kwamen en tegen patriarch Sallustius van Jeruzalem zeiden dat beter een priester (Sabbas was geen priester toentertijd) hun abt zou zijn. Sallustius wist echter dat Sabbas een heilige man was en wijdde hem tot priester. Sabbas stichtte elders een nieuwe gemeenschap van monniken. Patriarch Sallustius stelde later Sabbas als het hoofd en de leider aan van alle kluizenaars, “abt van de abten”, in het gebied van Jeruzalem. De opstandigheid van bepaalde monniken was niet over; die situatie dwong Sabbas om de lavra voor vijf jaar te verlaten. Hij werd daarna hersteld in zijn functie als abt en de opstandige monniken moesten de Lavra verlaten en stichtten de Nieuwe Lavra. Sabbas was nog zo goed om hen te helpen hun eigen lavra te organiseren. Sabbas stichtte voor zijn dood ook nog twee andere lavra’s. Sabbas heeft met zijn monniken ook nog een rol gespeeld in het terugdringen van de invloed van de christenen die de leer van het aloude SabbasdeGeheiligde

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=