Jaargang 67 Nummer 3

Pokrof 7 Mozes wordt heilige profeet en Godziener genoemd: profeet omdat veel belangrijke figu- ren uit het Oude Testament in de Byzantijnse traditie als profeet worden aangeduid en Godziener omdat hij als een van de weinigen God heeft gezien (zie Ex 33:18-23). M ozes stamde uit de stam Levi. Hij werd geboren in Egypte. Toen de farao bevel gaf alle mannelijke kinderen van de Hebreeuwse slaven te doden, plaatste zijn moeder hem in een mandje van papyrus bedekt met pek en liet hem drijven in de Nijl. De dochter van de farao vond hem en voedde hem op als haar eigen zoon. Eenmaal volwassen vluchtte Mozes naar de streek Midjan, alwaar God hem uitkoos om zijn volk Israël uit het slavenhuis van Egypte te lei- den. Aan Mozes werd de Wet overhandigd, hij voerde Israël door de woestijn, maar zou zelf het Beloofde Land niet betreden. Mozes verrichtte vele wonderen tijdens zijn leven en ook na zijn dood. Hij verscheen samen met Elia op de berg bij de Gedaanteverandering van Christus. En op de dag dat de heilige Johannes Climacus werd aangesteld als abt van het klooster van de Berg Sinaï werd de profeet Mozes gezien terwijl hij rondging en opdrachten gaf aan de koks, de stewards en de dienaars. Toen de gasten weg waren en de monniken aan tafel zaten, vroegen zij zich verwonderd af wat er was geworden van de vreemde- ling die opdrachten had gegeven. Johannes Climacus zei: “Onze heer Mozes doet niets vreemds door te bedienen op de plaats die hem toebehoort.” Mozes wordt op deze icoon afgebeeld tot aan het middel. Hij heeft kort haar en baard, de normale manier waarop profeten op iconen worden afgebeeld. Hij is gekleed in een chiton – onderkleed, groen op deze icoon – en een himation – een manteldoek, rood op de icoon – de klassieke kleren voor profeten op iconen, gebaseerd op de kleding in de Oudheid. Mozes is een beetje naar links gekeerd wat erop wijst dat de icoon oorspronkelijk onderdeel was van de profetenrij op de iconosta- se, waar de afgebeelde profeten een beetje naar het midden zijn gekeerd. Mozes houdt een opengerolde boekrol in zijn linkerhand, waarop een tekst geschreven staat; met zijn rechterhand wijst hij daarop. Het opschrift op de boekenrol luidt: “Ik noemde u een [brandende] struik, o beschermster van mensen… mysterie…” Deze wat cryptische woorden zijn gericht tot Maria, de Moeder Gods. Mozes zag bij de befaamde Godsverschijning in de woestijn de brandende doornstruik die niet verteerde. ‘Mozes hoedde de kudde van zijn schoonvader Jetro, de priester van Midian. Eens dreef hij kudde tot ver in de woestijn en kwam hij bij de berg van God, de Horeb. Toen verscheen hem de engel van de Heer, in een vuur dat opvlamde uit een doornstruik. Mozes keek toe en zag dat de doornstruik in lichter laaie stond en toch niet verbrandde.” (Ex 3:1-2). In de Oude Kerk werd dit geïnterpreteerd als een profetische typologie van de heilige Maagd. Ze was in staat om God, die een verterend vuur wordt genoemd in het Oude Testament, te dragen in haar schoot,

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=