Jaargang 66 Nummer 5

Pokrof 1 4 1. Oecumene is dialoog met de anderen. De otherness , de andersheid waardoor men van elkaar vervreemd is, is aan de orde; 2 het is een leerproces, men leert van de ander; 3 de oecu- mene bracht de kerken tot een serieuze theolo- gische dialoog; 4 samenwerking bij gemeen- schappelijke actie; 5 oecumene is verbonden- heid met elkaar, fellowship, op het globale, regionale en nationale niveau. Het centrum van de Wereldraad De oecumene begonmet enkele toegewijde per- sonen. Daarbij zet hij een Nederlander in het zonnetje: Visser ’t Hooft die een leidende rol speelde bij de stichting van de Wereldraad van Kerken (WRK). Na de TweedeWereldoorlog zei men: Laten we ons wenden tot Christus. De oecumene was ‘Christ-centered’. In de jaren ’60 kwam de deelname van de orthodoxe ker- ken. Men was niet langer ‘Protestant centered’. Langzaamaan werd de oecumenische beweging pan-christelijk. De Afrikaanse kerken sloten zich aan, men was niet langer eurocentrisch. Het werd een interconfessionele beweging. De kerken werden het centrum van deze bewe- ging, de Wereldraad werd ecclesiocentrisch, zoals de katholikos het noemt. Deze kerken hadden verschillende ecclesiologieën, de manier waarop men de kerk zag. Met zoveel verschillende opvattingen over de kerk kwa- men er problemen. De vraag kwam op: streven we naar zichtbare eenheid of naar een gemeen- schappelijk getuigenis ( common witness )? Hij legt uit hoe de katholieken en de orthodoxen meer de nadruk leggen op de zichtbare een- heid. Andere kerken waren meer voor het gemeenschappelijk getuigenis, voor het missio- naire karakter. Zo waren er in de WRK twee hoofdtrends: Faith and Order , die we bij de orthodoxen en katholieken vonden en Life and Work , die we meer bij de protestanten en de anglicanen tegenkwamen. Het zijn verschillen- de accenten die als complementair werden beschouwd. Philip Potter zat bij voorbeeld meer aan de missie-kant, Konrad Raiser aan de kant van Faith and Order, aldus de katholikos. Aan de eigen muren voorbij Er wordt tegenwoordig geklaagd over de oecu- mene. Je kunt horen dat er stagnatie is en onze- kerheid, gebrek aan commitment, en dat de hoogtijdagen van de oecumene voorbij zijn. Dat is een pessimistische beoordeling. Aram I kiest liever voor de omschrijving ‘realistisch’. Vandaag de dag moet men kijken naar de actu- ele situatie van de wereld en op grond daarvan de agenda bepalen vanuit de vraag wat het betekent om kerk te zijn, en dit is relevant voor o.a. Europa, de VS, het Midden-Oosten en Afrika. Hij ziet dat tot de uitdagingen van het kerk-zijn behoort dat men buiten de eigen muren treedt. Anders kan de kerk niet overle- ven. Dat is ook wat paus Franciscus voorstaat: de kerk aan zichzelf voorbij brengen. De kerk buiten haar muren brengen, buiten haar dog- ma’s, buiten haar liturgie, daar gaat het om. De kerk is op de mensen gericht, people oriented . Dat is de uitdaging aan de oecumene vandaag. De kerken moeten luid en duidelijk spreken om terreur, racisme, discriminatie et cetera op een moedige manier tegen te gaan. Zijn we trouw aan deze boodschap? Aram I onderstreept dat oecumene niet een keuze is maar een must . De kerk heeft oecumene nodig op de basis van het Doopsel, dat onze gemeenschappelijke grond is. Allen zijn deel van een breder volk van God. Het samen zijn, samen handelen, samen nadenken brengt niet onze identiteiten in gevaar. We horen bij elkaar ondanks onze ver- schillen. Hebben we zichtbare eenheid bereikt? Op papier bereikten wij gemeenschappelijke grond. Er zijn belangrijke documenten ver- schenen, zoals het BEM-rapport ( Baptism, Eucharist, Ministry ). De bedoeling van die docu- menten was om zaken te vergemakkelijken, om dingen te faciliteren. Toch hebben we als ker- ken gefaald om een concrete stap naar zichtba- re eenheid te zetten. Wanneer we geen eenheid bereiken, dan kan de kerk niet bestaan. Het gesprek komt op het Midden-Oosten. Het Midden-Oosten is een christelijke microkos- mos. Ooit heeft iemand gezegd: de verdeeld- heid van de kerk is begonnen in het Midden- Oosten, de eenheid van de kerk moet beginnen in het Midden-Oosten. Er is doctrinaire verdeeldheid tussen de kerken. Maar doctrinaire eenheid is volgens Aram I niet relevant voor de kerken. Het gaat niet om zaken als het filioque (of de Geest behalve uit de Vader ook voortkomt uit de Zoon). Eenheid is van een existentieel belang, hoe we omgaan met de onderwerpen die onze levens raken. We hebben eenheid nodig, we kunnen het ons niet veroor- loven te leven als geïsoleerde minderheden. Hoe kunnen we samen bidden? Het gaat om concre- te expressies, niet om het bediscussiëren van doctrinaire eenheid. De kerk moet zich openen

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=