Jaargang 66 Nummer 1

Pokrof 1 9 ogen ziet, zoals de vraag naar mensenrechten, naar oecumene, naar het resultaat van 40 jaar orthodox-katholieke dialoog, wat zeker een heet hangijzer is, en wat kan men zeggen over het kerkelijk recht van de oosterse kerken? Deel VII: Appendices Een lijst van elf appendices sluit het boek af en bevat bij voorbeeld een verklarende woorden- lijst (zeer onvolledig), informatie over de kalen- der, over de geografische verspreiding van de oosterse kerken (met kaarten), een thematische index, plaatsnamen, personen, auteurs en der- gelijke. Deze lijst is erg willekeurig. Afsluiting Het is natuurlijk onmogelijk, als er na het bestu- deren van dit boek geen vragen over blijven, of dat men niet iets mist of anders zou wensen. Dat is bij mij ook het geval. Soms zou een voetnoot me helpen om hetgeen de auteur beweert beter te begrijpen, of tot verder onderzoek aanzetten. En wat ik zeker graag zou hebben is een uitge- breid zakenregister. Dat zou het zoeken naar een bepaald onderwerp gemakkelijker maken. Aan het begin van mijn bespreking liet ik mer- ken dat ik het wel een heel duur boek vind. Dat is natuurlijk jammer en zal sommige mensen er- van afhouden het aan te schaffen. Ook dat is jammer. Want dit boek is de moeite (en het geld) waard. In ieder geval mag dit uitgebreide over- zicht van het oosters christendom in (bijna) al zijn facetten niet ontbreken in de bibliotheek van een parochie, of van een klooster, en zelfs niet in het boekenbestand van een Byzantijns Koor. Dan kan men het daar lenen. Want je kunt het toch niet ineens uitlezen! Samenvattend: een kolossale prestatie, onbe- taalbaar! JohanMeijer Een klooster van de benedictijnen op de Heilige Berg Athos In september 2018 was Paul Baars met een groep orthodoxe pelgrims een week in Italië en ook kort in het charmante havenstadje Amalfi. Die stad was in de Middeleeuwen een welvarende stadsstaat, van waaruit handel gedreven werd met heel het gebied rond de Middellandse Zee. Er was een klooster van de Benedictijnen, dat nu een hotel is. Van daaruit werden kloosters gesticht in Constantinopel, Jeruzalem en ook op de berg Athos. V an het ‘Latijnse’ klooster op deAthos zijn nunog één toren en enkele stukkenmuur over. Het is gesticht rond 990 en opgehe- ven in 1287, ruim200 jaar na het Grote Schisma. Er zijn weinig bronnen over bewaard gebleven, maar genoeg om ons er een beeld van te vormen . De stichting vanhet klooster Een van die bronnen is Georgi van de Athos, een monnik van het Georgische klooster Iviron. Hij schreef in 1045 de heiligenlevens van Johannes en zijn zoon Euthymius, die het klooster rond 980 gesticht hadden. Hij schrijft: “ Nog voor de stichting van de lavra Iviron kwam monnik Beneven- tus, broer van een Italiaanse prins, met zes leerlingen aan op Athos. Hij raakte goed bevriend met Johannes en zijn zoon Euthymius. Ze besloten alle drie uit de la- vra van Athanasius, waar ze woonden, weg te gaan en eigen onafhankelijke kloosters te stichten. Ze gin- gen terug naar huis om de zaken aan te schaffen die ze nodig hadden voor de stichting van een klooster. Ze werden opgehouden. En toen ze terugkwamen was het klooster van Iviron al gesticht. … Beneventus kocht een stuk grond en bouwde daarop een klooster dat een groot aantal monniken had, die voornamelijk uit Amalfi kwamen. Daarom kreeg het de naam Amalfion en werd toegewijd aan de gedachtenis van de zeer heiligeMoeder Gods.”

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=