Jaargang 64 Nummer 4

Pokrof 1 8 Uit de documentatie wordt zichtbaar dat de af- spraak om te werken volgens de methodologie van de historische wetenschappen nog geen ga- rantie is dat men ook tot een gezamenlijke visie op historische processen en personen komt. In het laatste communiqué wordt immers uitge- sproken dat de gebeurtenissen, optredens, het zwijgen et cetera verschillend geïnterpreteerd worden. Dat geldt in hoge mate ook voor de per- soon van kardinaal Stepinac. Katholieke Kro- aten en orthodoxe Serviërs hebben een totaal verschillend beeld van hem. Deze verschillende beelden worden door de publieke media, de po- litiek, de wetenschap en de Kerken in Kroatië en Servië in stand gehouden en gevoed. Het werk van de commissie is zo bezien niet meer dan een eerste bescheiden stap. Oecumenisch is het interessant dat de Servi- sche patriarch met zijn brief van 2014 geappel- leerd heeft bij de paus van Rome in een zaak die twee particuliere Kerken, de Katholieke Kerk in Kroatië en de Servische Orthodoxe Kerk, diep verdeelt. In de internationale dialoog tussen de Katholieke en Orthodoxe Kerk gaat het vanaf 2006 over de plaats van de Petrusdienst in de communio van de ene Kerk. Tegen die achter- grond is de heiligverklaring van kardinaal Ste- pinac een belangrijke zaak. Wat opvalt in de do- cumentatie is dat het werk van de commissie niet van invloed geacht wordt op het proces van de heiligverklaring met als argument dat de twee Kerken eigen criteria en procedures voor heiligverklaringen hanteren. Door deze argumentatie wordt de scheidslijn tussen de Katholieke en Orthodoxe Kerk aange- zet, terwijl de Katholieke Kerk er juist op ge- richt is een weg te vinden naar het herstel van de communio en heiligen en martelaren be- schouwt als Kerken verbindende getuigen van Christus. Het laatste communiqué sluit af met de zinsne- de dat de beide Kerken de herinnering van el- kaars martelaren en geloofsgetuigen zouden moeten delen. Samenwerking zou daar in de toekomst op gericht moeten zijn. Ongetwijfeld is het de intentie van de H. Stoel zo’n proces van verzoening vanuit en in het ene geloof te bevor- deren. In navolging van de pausen Paulus VI en Johannes Paulus II benadrukt paus Franciscus de oecumenische betekenis van het martelaar- schap. Bij christenvervolgingen in onze tijd, zo zegt hij, wordt niet gevraagd naar confessionele identiteit of tot welke kerk iemand behoort. Christenen worden vervolgd omdat ze christen zijn en het bloed van de martelaren verenigt over de grenzen van kerkscheidingen heen. Of deze benadering ook van toepassing is op de re- latie tussen de Katholieke Kerk in Kroatië en de Servische Orthodoxe Kerk is de vraag. De visies op de politieke geschiedenis en op de rol van vooraanstaande kerkelijke persoonlijkheden die voor hun geloof en volk geleden hebben, botsen daarvoor te veel op elkaar. Wat dat betreft is er nog een hele lange weg te gaan. Geert van Dartel Een enigszins langere versie van dit artikel kunt u vinden op de Pokrofpagina van de website www.oecumene.nl De commissie-Stepinac tijdens de ontmoeting met staatssecretaris Pietro kardinaal Parolin in het Vaticaan.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=