Jaargang 64 Nummer 3

Pokrof 1 3 Een gewaagd project Het is alweer enige tijd geleden dat ik de brochure in handen kreeg: ‘Iconen van barmhartigheid’. Ik werd getroffen door de icoon op de kaft. Die ken ik, dacht ik, tenminste hij lijkt op een icoon die ik ken. Namelijk de overbekende icoon van Maria als de ‘Vreugde van alle lijdenden en bedroefden’. De afge- beelde personen dragen daar allemaal een banderol of lint in de hand, waarop het onderwerp van het lijden concreet wordt beschreven. Maar hier was het anders. De verschillende accenten van barmhartigheid waren weergegeven via sym- bolen: een beker voor de dorstigen, een zaag en hamer voor de werklieden, een huis met bed voor de daklozen, en zo verder. De brochure beschrijft het project van de icoonschilder Geert Hüsstege, dat hij uitwerkte, geïnspireerd door de nadruk die paus Franciscus in zijn woord en handelen voortdurend legt op barmhartigheid. Het is eigenlijk een vervolg van een eerder project, dat hij maakte voor het ‘Jaar van het Geloof’, en waarin hij de ‘Christus-mysteries’ centraal stelde. Zijn grondgedachte achter deze projecten is: ook in het (katholieke) Westen zijn, onder andere door de bekende icoon van Onze Lieve Vrouw van Altijddurende bijstand maar ook door de verspreiding ervan door mensen uit Oost-Europa, de iconen geliefd geworden en hebben steeds vaker een plaats in kerken en gemeenschappen gekregen. Vandaar dat hij zijn projecten heeft vorm gegeven via iconen. Iconen in het Westen dus. Een geslaagd project Een van de belangrijke grondprincipen van de iconografie van de Oosterse kerken is, dat het dienst is aan de gemeenschap. De icoonschilder is niet de kunstenaar die zijn diepste en persoonlijke religieuze gevoelens in kleur vorm geeft, maar hij of zij weet zich in dienst te stellen van de kerkgemeenschap, en zijn of haar icoon wil dus niets anders zijn dan de uiting van het geloof van de Kerk. Daar heeft de Oosterse Kerk voor gestreden en dat is vastgelegd in het Oecumenisch Concilie van 787, dat een eind maakte aan een verwoede strijd van tientallen jaren. Ook al begreep men toen in het Westen de draag- wijdte niet van dit Concilie, in feite was het ook daar geldend. Huidige iconenschilders als Geert Hüssstege staan in het Westen dus op goede en degelijke grond. Trouwens, als men terug gaat naar de kerkelijke kunst van de 10 e en 11 e eeuw in Florence, Ravenna en elders komt men uit bij een bijna Byzantijnse manier van afbeelden, ook volledig ten dienste van de kerkelijke gemeenschap. Het is dus met deze gedachten voor ogen dat ik de verschillende iconen bekeek uit deze brochure. Want steeds heeft Geert Hüsstege een element van barmhartig handelen als icoon uitgewerkt. De icoon op de omslag is al een keer in Pokrof besproken (2014-4: 12-14). Daarom kies ik nu een heel boeiend en actueel onderwerp, namelijk de zorg. En Geert doet dat met het verhaal dat Maria haar nicht Elisabeth bezoekt, die in verwachting is van haar zoon Johannes. Ik kijk naar die icoon (zie ommezijde), met de onbevangenheid van het kind dat Geert graag op zijn iconen laat meekijken.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=