Jaargang 63 Nummer 4

Pokrof 2 3 D e Byzantijnse vespers of avonddienst, zoals die wordt gevierd in de oos- ters-orthodoxe en grieks-ka- tholieke kerken, vormt het be- gin van de nieuwe liturgische dag. Ook in het Oude Testa- ment en het jodendom begint de nieuwe dag bij zons- onder- gang . Maar de vespers is daar- mee ook het moment van te- rugkijken op de dag die voor- bij is, met tevens de blik op de nacht diemen ingaat. Er loopt overigens geen direc- te historische lijn van het joodse avondgebed in tempel of synagoge naar de vroeg- christelijke vespers. De kern van alle traditionele vespervieringen in Oost en West is psalm 140 (Hebreeuw- se telling: psalm 141): ‘Heer ik roep tot u, verhoor mij… Laat mijn gebed mogen stijgen als wierook voor uw aanschijn, moge het als ik mijn handen ophef tot een avondoffer U zijn…’ Het mag duidelijk zijn waarom deze psalm de avond- psalm werd! Eerst was de “wierook” uit de psalm slechts geestelijk, zonder een uiterlijk ritueel. Toch kwam er al snel een fysieke bewieroking bij. Uit de heidense huiselijke praktijk van het plechtig ont- steken van de avondlampen was eveneens al snel de lichtri- tus (lucernarium) aan dit avondritueel toegevoegd. Dan zongmen daarbij de beroemde tweede-eeuwse hymne ‘Vrien- delijk licht’ ( Phôs hilaron ). Grondgedachte: niet de zon overdag, noch de avondver- lichting ’s nachts, maar Chris- tus is het ware Licht! ‘Wierookoffer’ en ‘lichtoffer’ met de daarbij behorende tek- sten zijn van oudsher de kern van de vespers. Er kwam het prokimenon (kort psalmvers) van de avond bij; op bijzondere dagen kan tevens op die plek in de dienst worden voorgelezen uit het Oude Testament. De monni- ken, grote liefhebbers van het reciteren van de psalmen, plaatsten verder de schep- pingspsalm 103 (Hebreeuwse telling: ps 104) aan het begin van de vespers: ‘de mens die […] doorwerkt tot aan de avond’, ‘de zon weet wanneer zij onder moet gaan, dan maakt Gij het donker en valt de nacht.’ Ook plaatsten de monniken meteen na ps 103 nog een dagelijkse ‘portie’ psalmen, onderdeel van in één week alle 150 psalmen bidden. En aan de genoemde centrale psalm tijdens het wieroken, psalm 140, voegden ze nog et- telijke psalmen toe. Psal- men…, de monniken konden er geen genoeg van krijgen! In de parochies laat men vaak een deel van die door de monniken ingevoegde psalmenweg. Over heel de vespers zijn de li- tanieën (voorbeden) zoals we die kennen uit de Byzantijnse liturgie, verspreid, maar ook de korte hymnen (stichieren, apostichen, troparen) die het thema van de dag of het feest bezingen. Na het oorspronkelijke kern- gedeelte is tot slot ook ooit de Lofzang van Simeon uit Lukas 4 ingevoerd: ‘Laat Heer uw dienaar heengaan’. Dit loopt uiteindelijk uit in de slotzegen enwegzending. De vespers ofwel avonddienst kan worden samengevoegd met allerlei andere liturgische diensten, maar het hierboven- genoemde is de grondstruc- tuur ervan. Leo van Leijsen Byzantijnse liturgie XIII: De tekst van de beroemde avond- hymne ‘Vriendelijk Licht’ (wsch 2 e eeuw) in de Kerkslavische vertaling.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=