Jaargang 63 Nummer 3

Pjotr Jakovlevitsj Tsjaadajev (1794- 1856) is bekend door een ‘Filosofische Brief’, een van de eerste geschriften waarin gefilosofeerdwordt over de ontmoeting tussenRusland en de rest van Europa. W ie bekend is met het Russische denken, zal de regelmatig terug- kerende anti-westerse tendens wel kennen: hier in het Westen zijn we vooral verstandelijk bezig, de problemen worden geana- lyseerd in plaats van bekeken in hun samenhang, en de mens is meer een los individu dan opgenomen in een gemeenschap. Dit ten koste van het zicht op de meer omvattende persoonlijkheid en de grote gees- telijke synthese. Gevolgen: kapitalisme, consu- mentisme en maatschappelijke decadentie. Het is minder dan de halve waarheid, maar het beeld wordt gekoesterd, en blijft tot in de huidige verwikkelingen tussen Oost en West een rol spelen. Verlangennaar synthese Die uiteindelijke grote synthese, de Russische denker Tsjaadajev verlangde er ook naar, maar hij zag haar juist eerder in hetWesten tot stand komen. In West-Europa kende men de traditie die daartoe zou leiden. De Russen hadden de boot gemist, en hadden verder praktisch niets voortgebracht waar de mensheid wat mee opschoot. De persoonTsjaadajev Tsjaadajev was een produkt van de 18 e eeuw. Hij behoorde tot de Frans sprekende adel en was geïnspireerd door de Franse Verlichting. Zijn opleiding en vorming waren meer Frans dan Russisch. Hij studeerde aan de universiteit van Moskou, waar een liberale sfeer heerste en vooral de idee dat er iets in Rusland moest veranderen. Hij nam als gardeofficier deel aan de oorlog tegen Napoleon (1812), en na de oorlog reisde hij als militair door Europa en kwam in Parijs. Hij nam deel aan het mondaine leven, hij had sympathie voor de vrijmetselarij. Net vóór een voordelige wending in zijn carrière verliet hij het leger. Waarom, wetenwe eigenlijk niet. Drie jaar deed hij niets, hij bereisde de Europese wereldsteden en zonk weg in sombere verveling. En peinsde over de kloof tussen het dynamische Europa en het achtergebleven Rusland. In 1826 kwam hij in Rusland terug. Dit was een jaar na de Decembristenopstand tegen de kroning van tsaar Nicolaas I; daar stond hij dus buiten, maar toch werd hij verdacht gevonden en hinderlijk door de politie gevolgd. Hij zonderde zich af, eerst op het platteland, daarna in Moskou, en verzonk weer vier jaar in een morele crisis. In die jaren ontstonden zijn Filosofische Brieven . Een slavenvolk Het waren uiteindelijk acht brieven, maar door de eerste brief ging hij de geschiedenis in. De gedachtegang is als volgt. Rusland mist een Over Rusland en Europa 3 Portret van een jonge Pjotr Tsjaadajev, door Joseph-Eusthatius Vivien (Foto: Wikimedia Commons). Pokrof

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=