Jaargang 62 Nummer 5

Pokrof 1 7 ‘Het einde van de wereld’ van Nikolaj Leskov (1831-1895), verscheen in afle- veringen in een tijdschrift in 1875 en 1876. Het gaat over de missie van de Orthodoxe Kerk in Siberië. Moet dat een zaak zijn van snelle successen en veel politieke invloed, of past hier een lankmoedige omgang met de bevol- king en haar niet-christelijke gebrui- ken? Het verhaal wordt op kerstavond verteld, en wordt in dit hieronder vol- gende eerste hoofdstuk ingeleid door een gesprek over religieuze afbeeldin- gen: die van de westerse meesters en de typisch Russische voorstellingen. Nog een opmerking vooraf. Dit ver- haal op zich is een pareltje, maar het probleemmet Leskov (evenals met bij- voorbeeld Dostojevskij) is zijn antise- mitisme. In dit eerste op zich staande hoofdstuk wordt al twee keer enigszins denigrerend over Joden gesproken. Deze niet fraaie woorden hebben we niet willen censureren, maar bij deze wel willen signaleren. V roeg in de avond, in de tijd tussen Kerst en de Doop van Christus in de Jordaan, zaten we aan de theetafel in de grote, blauwe huiskamer van het huis van de bis- schop. Wij waren met zijn zevenen, de achtste was onze gastheer, de toen al hoogbejaarde, zie- ke en zwakke aartsbisschop. De gasten waren verlichte mensen en tussen hen was een inter- essant gesprek gaande over ons geloof en ons ongeloof, onze prediking in de kerken en het voorlichtingswerk van onze missies in het oos- ten. Onder de gespreksgenoten was een zekere vlootkapitein, B., een heel goedige man, die echter wel stevig uithaalde naar de Russische geestelijkheid. Hij bleef maar herhalen dat onze missionarissen volkomen onbekwaam waren voor hun werk, en hij was blij dat de overheid toestemming had gegeven aan buitenlandse evangelische predikanten om te werken ten be- hoeve van het Woord Gods. B. sprak zijn vaste overtuiging uit dat deze predikers bij ons enorm veel succes zouden hebben – niet alleen bij de Joden – en ook, zo zeker als twee plus twee vier is, de onbekwaamheid zouden aanto- nen van de Russische geestelijken op het gebied vanmissionaire prediking. Onze eerbiedwaardige gastheer bewaarde in de loop van dit gesprek een diep stilzwijgen. Hij zat met zijn benen onder een plaid in zijn diepe voltaire en dacht blijkbaar aan iets anders; maar toen B. klaar was, zuchtte de oude heer en sprak: - “Het lijkt mij, heren, dat u ten onrechte te- gen de heer kapitein ingegaan bent; ik denk dat Aan het einde van de wereld Nikolaj Leskov rond 1885. [Foto: Wikipedia].

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=