Jaargang 62 Nummer 1

2 3 Pokrof Byzantijnse liturgie V E piclese komt uit het Grieks en betekent ‘aanroeping’. Het woord werd gebruikt voor het aanroepen van de hei- dense goden uit de Oudheid, maar werd later onderdeel van de christelijke liturgie waarin de heilige Geest wordt aange- roepen. In de Orthodoxe en By- zantijnse traditie (maar ook oriëntaals-christelijke tradi- ties) is de epiclese hoogtepunt van de liturgie, heiligst moment. Al bij de ge- loofsbelijdenis wap- pert de priester met het velum over brood en wijn. Ook worden tijdens het eucharis- tisch gebed door de diaken(s) waaiers (ri- pidia) over deze gaven bewogen. Zo wordt het zweven van de heilige Geest zichtbaar gemaakt. Na de instellingswoorden en het aanbieden van de gaven met de woorden: ‘Het Uwe uit het Uwe, bieden wij U aan in alles en voor al- les’, zegt de priester: ‘Wij vragen en bidden en smeken U: zend Uw heilige Geest neer over ons en over de gaven die hier liggen.’ De Geest wordt allereerst over de ge- meenschap afgeroepen. In de eu- charistie voltrekt zich een om- vorming. Verandering van brood en wijn in Christus’ Li- chaam en Bloed betekent tege- lijk omvorming van de gelovi- gen: van losse individuen tot het ene Lichaamvan Christus. De priester zegent dan de dis- kos (schaal) met het brood: ‘ Maak dit Brood het kostbaar Li- chaam van Uw Christus’ en daar- na de kelk: ‘ en wat in deze kelk is, het kostbaar Bloed van Uw Chris- tus’, en terwijl hij opnieuw dis- kos en kelk zegent: ‘ ze verande- rend door Uw heilige Geest’. Ook wordt in de Vragende Litanie voor de communie nog eens uit- drukkelijk gebeden om de gave van de Geest. En vlak voor de communie wordt aan de wijn in de kelk zeon , heet water, toege- voegd, uitbeelding van de gloed van de heilige Geest. Ook bij de andere sacramenten is de epi- clese wezenlijk. In de westerse sacramentsbediening spreekt de voorganger steeds in de ik- vorm: ‘ Ik doop u’, ‘Ik ontsla u van uw zonden’, et cetera . In de Or- thodoxe en Byzantijnse traditie luidt bij de doop de formule: ‘ Gedoopt wordt de dienaar/diena- res Gods N.… ’ De daarop vol- gende myronzalving is onlos- makelijk verbonden met de waterdoop. Daarmee wordt het ontvangen van de heilige Geest als onder- deel van de doop meer bena- drukt dan in de westerse kerk, waar het later toe te dienen vormsel van de doop geschei- den is. Bij de priesterwijding zegt de bisschop, terwijl de priester voor het altaar knielt en diens hoofd op het altaar met het evangelieboek rust: ‘ De goddelijke genade wijdt de diaken N. tot priester, door handopleg- ging. Laat ons voor hem bidden op- dat over hem moge komen de ge- nade van de alheilige Geest.’ In de westerse kerk is de epicle- se gaandeweg verwaarloosd en ondergewaardeerd. In zijn boek The Germanization of the Early Medieval Christianity (Oxford University Press, 1994) schrijft James C. Russel dat het chris- tendom bij de introduc- tie in de Germaanse we- reld van West-Europa een transformatie onder- ging. In de Germaanse godsdienst functioneer- den er sacrale figuren met een magisch-religi- euze macht. Deze bele- ving is op de christelijke priesters overgedragen. Zo werd het de sacrale macht van de priester, ontvan- gen door zijn wijding, waar- door hij brood en wijn veran- derde in het Lichaam en Bloed van Christus. Deze visie is on- der westerse katholieken wel aan het veranderen, waardoor ook zij meer oog krijgen voor de werking van de Geest bij de eu- charistie en andere sacramen- ten. Bij de liturgievernieuwing van het Tweede Vaticaans Con- cilie heeft de epiclese in de eu- charistie een belangrijke plaats gekregen, vlak voor de eigenlij- ke consecratie. Een gelukkige verbetering. De priester staat niet met een ma- gische macht boven de gelovi- gen, maar heeft als gewijd per- soon de taak de Geest aan te roepen, als de werkzame godde- lijke kracht van heel de liturgie. Paul Brenninkmeijer Ripidion

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=