Jaargang 61 Nummer 5

Pokrof 2 3 Byzantijnse liturgie IV I n een orthodoxe kerk be- vindt zich achter de icono- stase (de wand met de af- beeldingen van Christus, de Moeder Gods en de heili- gen) het heiligdom, ook wel ‘al- taar’ tout court genoemd. Al- taar is bij voorkeur de bena- ming voor héél die ruimte, niet alleen voor de tafel. De altaar- tafel zelf (op de afbeelding: A), in het Grieks eenvoudigweg (agía) trápeza , ‘(heilige) tafel’, geheten, is het middelpunt van het heiligdom. Het heiligdom is ten opzichte van de rest van de kerk verhoogd met een of meer treden: zinnebeeld van de Cal- varieberg. Het hele kerkgebouw staat ge- richt op de altaartafel. Deze symboliseert niet alleen de Ta- fel van het Laatste Avondmaal, maar ook de hemelse troon en ‘de Tafel van het Koninkrijk Gods’ (Luc 22:30). Van deze Tafel ontvangen wij het Li- chaam – Brood des Levens – en Bloed van de Heer. In de ortho- doxe traditie is de altaartafel van hout of steen, maar de af- metingen zijnmet elkaar even- redig en in de meeste gevallen vormen zij een zuivere kubus. Nadat een altaartafel door de bisschop is gewijd, is zij totaal omhuld met een witte doek, die door kruiselings aange- brachte linten op zijn plaats wordt gehouden. Deze bekle- ding, door de bisschop zelf aangebracht en verzegeld tij- dens de wijding, wordt nooit meer verwijderd. Hier over- heen komt de bekleding met kostbare stoffen, vaak in ver- schillende lagen; het herinnert ons aan de kostbare doeken waarin Christus’ lichaam werd gewikkeld na Zijn kruis- afname. Op de altaartafel zult u altijd aantreffen: Een Evangelieboek (op afb.: nr. 1 ), indien mogelijk rijkelijk versierd met goud, zilver en email, met afbeeldingen van de kruisiging en de opstan- ding. In de hoeken staan vaak de vier evangelisten afgebeeld. • Het Antimension ( 2 ): een zij- den doek (opgevouwen be- waard onder het evangelie- boek), waarop Christus’ graf- legging is afgebeeld. Het anti- mension bevat relieken van een heilige en is gewijd door de bisschop. Bij die wijding is het door de bisschop gedateerd en van zijn handtekening voor- zien. Zo geeft de bisschop zijn toestemming aan de plaatselij- ke gemeenschap om als Kerk bijeen te komen. • Het Artoforion (taber- nakel, nr 3 ), vaak in de vorm van een kerk of graftombe, waarin de Heilige Gaven worden bewaard voor zieken of stervenden. • Het Handkruis ( 5 , gele- gen op 4 : het rode kelk- doekje) waarmee de prie- ster de gelovigen zegent op sommige momenten gedurende de diensten. Verder treft u op of rond het altaar nog aan: • Een zevenarmige kande- laar ( 6 ), soms vervangen door twee of vier losse kandelaars, waar gedu- rende de diensten kaar- sen of olielampjes bran- den. Oorspronkelijk wa- ren zij bedoeld om de priester licht te verschaf- fen, maar natuurlijk sym- boliseren zij ook Chris- tus, het Licht der wereld. • Een lessenaar (analoi) voor de liturgische boe- ken. Bij de Grieken liggen deze boeken op het altaar. • Een Kruis ( 7 ). • Twee ripidia ( 8 ) , waaiers, in het Grieks ook exapteryga, ‘zes-vleugelen’, genaamd, want zij dragen de afbeelding van de Serafijnen, de zes-vleugelige engelen die de profeet Jesaja zag staan rond de troon van God. Dolf Langerhuizen

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=