Jaargang 61 Nummer 4

Pokrof 1 0 ‘Ikkanniet zwijgen’ 1 Onder deze titel publiceert Arjakovsky eind de- cember 2013 een noodkreet. Aanleiding zijn twee verklaringen van het patriarchaat van Moskou van 26 december 2013 over de gebeur- tenissen in Oekraïne en over het primaatschap in de kerk. Hij is bitter teleurgesteld over beide brieven. Hij verwijt het patriarchaat van Mos- kou juridische macht te willen uitoefenen over de Orthodoxe Kerk van Oekraïne. Het betoog van patriarch Kirill over de culturele eenheid van ‘de Russische wereld’ is volgens hem een ge- vaarlijke mythe, want die legitimeert de neo- imperialistische politiek van het Kremlin. Pa- triarch Kirill “heeft geen enkel bemoedigend woord over voor het Oekraïense volk dat mas- saal, in de vrieskou en met gevaar voor eigen le- ven, demonstreert tegen een corrupt regime dat bloedig inslaat op vreedzame demonstranten. De heilige Synode veroordeelt krachtig ‘maat- schappelijke stromingen en revoltes die niets positiefs voor het volk kunnen opleveren’. Men negeert metropoliet Volodymir († 5 juli 2014, PB), hoofd van de Orthodoxe Oekraïense Kerk van het patriarchaat van Moskou, die begin de- cember de Oekraïense regering heeft opgeroe- pen “rekening te houden met de verontwaardi- ging van het Oekraïense volk”. Moskou ziet niet dat het protest op Euromaidan de diepe wens weergeeft van het Oekraïense volk om te behoren tot de grote familie van Eu- ropese naties, die met alle onvolkomenheid op- komt voor de waardigheid van elke menselijke persoon. “In plaats van zich te verheugen over dit bewijs van spirituele vitaliteit van de zijde van het Oekraïense volk, maakt de verklaring twijfelachtige toespelingen op ‘krachten van buiten’ die de Oekraïens Orthodoxe Kerk ko- men verdelen uit politiekemotieven.” Primaatschap De andere verklaring van 26 december van het patriarchaat van Moskou over het primaat- schap in de kerk is voor Arjakovsky helemaal niet te pruimen. Het Sovjet-Russische patriar- chaat “getuigt van zijn diepe autocratische na- tuur en van misbruik van de theologie met als doel om te domineren. Het patriarchaat van Moskou openbaart in deze verklaring in feite zijn anti-oecumenische instelling. Men kan er een directe continuïteit met de kerk uit de Sov- jet-tijd in zien die in 1948 de beweging tot een- heid onder de christenen sterk heeft veroor- deeld. Men herinnert zich dat patriarch Kirill zelfs het gebruik van de term oecumenisme in 2007 in Sibiu in Roemenië heeft veroordeeld. De Russische kerk heeft na deze assemblee de Conferentie van Christelijke Kerken in Europa (CEC) verlaten.”… “Deze anti-oecumenische houding is verbonden met een meer globale verwerping van moderniteit en vooral van de- mocratie, zoals een van de voornaamste mede- werkers van de patriarch, vader Vsevolod Tsjaplin, herhaaldelijk heeft betoogd. Deze verklaring wil aan de wereld doen geloven dat de macht van de bisschop gelijk staat aan de autoriteit van God, dat het gezag van de bis- schop van Rome, opvolger van Petrus, geen en- kel evangelisch fundament heeft, en dat het ge- zag van de patriarch van Constantinopel in de Orthodoxe Kerk alleen maar formeel is!” Ar- jakovsky wijst erop dat autoriteit in de kerk voor alles dienst is en geen machtsuitoefening zoals we die kennen bij de burgerlijke overheid. Hij citeert kerkvaders die benadrukken dat heel de Kerk een uitbeelding is van de Drie-ene God en hij wijst erop dat bisschoppen in de Oude Kerk door het volk gekozenwerden. Wat betreft het primaat in de Kerk citeert Ar- jakovsky de kerkhistoricus Eusebius van Cae- sarea die de 34 e Apostolische Canon aanhaalt (herhaald in het Concilie van Antiochië van 341), waar het principe van de autoriteit als dienst op alle niveaus van de Kerk wordt toege- past. Als historicus weet Arjakovsky van de ontwikkeling van het primaat. Hij schrijft: “buiten de bevoegdheid om concilies bijeen te roepen, heeft de zetel van Rome (en vervolgens die van Constantinopel) het recht om te oorde- len in zaken van beroep en bij nietigverklarin- gen (cassatie), zoals het Concilie van Sardica in 343 erkende. De Oude Kerk heeft dit recht erkend op het Concilie van Photius te Constan- tinopel in 879.” Van de andere kant wordt in de brief van de pa- triarch de Katholieke Kerk ervan beschuldigd enkel een administratief centrum te willen zijn om vanuit Rome alle zaken van deze planeet te beheren. “Dit hecht weinig waarde aan leden van particuliere kerken van de katholieke ge- meenschap en aan synodes die een band met het Vaticaan onderhouden en die er op uit zijn alle kerken tot eenheid te brengen. En het miskent helemaal de zorg van alle pausen sinds Johannes XIII tot aan paus Franciscus om de organisatie van de Katholieke Kerk te decentraliseren en de 1 Zie: http://arjakovsky.blogspot.nl/2013/12/je-ne-peux-pas-me-taire_31.html

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=