Jaargang 60 Nummer 4

Pokrof 1 9 Parijs onder dit patriar- chaat, kwam ik in contact met deze abdij. Ik werkte in Parijs aan mijn Frans en in december 2010 kwam ik in Chevetogne.” Wat is hier uw officiële status? “Als enige Orthodox heb ik in dit klooster een wat uit- zonderlijke positie. Officiëel ben ik ‘oblaat’. Een oblaat is eigenlijk een leek die in een bijzondere betrekking tot het klooster staat. Hij woont in of bui- ten het klooster en leeft zo veel mogelijk het klooster- leven mee. 1 Ik neem natuurlijk aan het monni- kenleven deel. Tot verdere wijdingen komt het niet en ik heb ook geen stem in bestuurlijke kwesties. In het algemeen maken de monniken een keuze tussen de Latijnse en de Byzantijnse ritus. Voor mij als Orthodox is het vanzelfspre- kend dat ik aan de Byzantijnse diensten deel- neem.” Zingt u in het koor? “Ik zing niet, ik heb de functie van lezer. het koor repeteert regelmatig, heeft veel prestige, maakt opnamen.” Toen we ons aandienden, hadden we de indruk u in een bezigheid te storen. Hoe ziet de dag van een monnik er uit? “We staan omhalf zes op, voor de ochtendgebe- den van zes uur. De ochtend is gevuld met stu- die, lessen volgen. In de middag zijn er allerlei bezigheden. Ik heb hier de functie van tweede koster. Ik zorg er mede voor dat alles voor de diensten in orde is.” De meeste monniken zijn vrij jong, valt ons op. Ook zien we ze niet allemaal, in de diensten. “Er is een griep-periode, er zijn zieken. En men gaat ook wel naar buiten, naar studiebijeen- komsten en conferenties. Ikzelf ga voor de sacramenten naar Brussel, naar de kerk van Cosmas en Damianus, die onder het patriar- chaat van Constantinopel valt. Er zijn wel con- ferenties waaraan ik deelneem. Interessant zijn de samenkomsten van christenen enmessianis- tische Joden in Oslo.” Kunt u vergelijkingen trekken tussen uw vorige klooster en dat in Chevetogne? “Beide kloosters hebben een verschillende ge- schiedenis, en zijn daarom moeilijk te vergelij- ken. Het is ook moeilijk landen te vergelijken. Natuurlijk zijn er verschillen tussen Russen en Belgen, maar elk land heeft zijn eigen geschie- denis. Ik vergelijk niet.” Hebt u nog contacten met Rusland? “Ik bezoek er eenmaal per jaar familie en bekenden.” Wat zijn daar verder uw indrukken? “De situatie is er natuurlijk verbeterd, maar blijft moeilijk. Het grootste probleem is het ontbreken van een civil society . Er is een boven- laag en een onderste laag, maar de middenklas- se is niet sterk ontwikkeld, en heeft weinig invloed. Iets dergelijks zie je ook terug in de kerkelijke organisatie. Bovendien is er een ster- ke anti-westerse, nationalistische tendens, die het regime nodig heeft om zich te handhaven. Een patriarch als Kirill is eigenlijk meer iemand die een politieke rol speelt. De crisis heeft veel invloed, en die is er ook op kerkelijk gebied. Er zijn relatief weinig Orthodoxen die echt praktiseren, iets wat je in het Westen ook waarneemt.” Kloostergastenverblijf Emmaus in Chevetogne. 1 De officiële, zogeheten oblatuur-professie van vader Michael Evelson vond op 1 juli 2013 plaats ten overstaan van vader abt Philippe Vanderheyden van Chevetogne.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=