Jaargang 60 Nummer 1

Pokrof 1 2 ‘Wie zonder zonde is...’ I n het achtste hoofdstuk van het evangelie van Johannes wordt verteld hoe farizeeën en schriftgeleerden een vrouw bij Jezus brengen die op overspel is betrapt (Joh 8:1-11). Over de man die erbij betrokken is horen we niets. Enkel de vrouw wordt vernederd, veroordeeld en met steniging bedreigd. Want, zo zeg- gen de aanklagers, dat is in de Wet van Mozes voorgeschreven. En ze vragen uitdagend wat Jezus ervan vindt. Jezus accepteert deze discriminatie van vrouwen niet. Hij zegt eerst niets, maar ‘schrijft in het zand’ (vs 6, zie middelste scène miniatuur). Mogelijk is dit een toespeling op een tekst uit de profeet Jeremia: ‘Moge al wie God, de hoop van Israël, verlaten, in de aarde bijgeschreven worden’ (Jer. 17,13). Omdat ze bij Jezus blijven aandringen, zegt Hij tenslotte: ‘Wie van jullie zonder zonde is, werpe het eerst een steen op haar’. Beschaamd druipen ze af, de oudsten het eerst. Het verhaal eindigt met een ontroerende scène. Alleen de vrouw is gebleven, de anderen zijn weg. Jezus kijkt haar met tederheid aan en Hij vraagt: heeft iemand je veroordeeld? En zij zegt: niemand, Heer. En dan zegt Jezus de onvergetelijke woorden die de weggelopen beschuldigers zelf niet meer kunnen verstaan: ‘Ook ik veroordeel je niet, ga heen en zondig van nu af niet meer.’ Jezus gelooft in haar, Hij wenst haar het allerbeste en bemoedigt haar om niet meer opnieuw te zondigen. Zij verneemt geen enkele veroordeling uit Zijn mond. Het zogeheten evangelieverhaal van de ‘Overspelige Vrouw’(Joh 8:1-11) gevisualiseerd. Miniatuur uit een middel- eeuws Byzantijns handschrift, een soort strip avant la lettre . In feite zijn het, van links naar rechts, drie scènes. Uiterst links Jezus, wie weet in gesprek met “het hele volk” (Joh 8: 2) dat naar Hem was gekomen om naar Hem te luisteren, of – waarschijnlijker – al in een heftige discussie met “de schriftgeleerden en Farizeeën” (vs 3). In de middelste scène, na de heftige beschuldigingen aan het adres van de vrouw (rechts vooraan het groepje mensen) schrijft Jezus in het zand (vs 8) ten overstaan van een ander groepje links van Hem; uiterst rechts – “ze lieten Hem alleen, met de vrouw” (vs 9) – Jezus in gesprek met haar: “Ook ik veroordeel u niet”(vs 11).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=