Jaargang 59 Nummer 3

Pokrof 5 leven. Dit leidde tot een interne polarisering van Griekenland met geschillen tussen pro- en antiwestersen. Een variant op deze zienswijze kan men zien in de officiële publicaties van de kerken. Bijvoor- beeld in de tijd van de aartsbisschop Christo- doulos (1998-2008): de westerse cultuur wordt daarbij (weliswaar niet uitsluitend) zeer vaak negatief gekwalificeerd, als consumentgericht, materialistisch, individualistisch, areligieus, antropocentrisch en gericht op het aardse, ter- wijl de Grieks-orthodoxe cultuur – in ideale vorm – het tegenovergestelde laat zien. Verbazingwekkend genoeg treft men dergelijke oordelen ook aan in teksten die voor de een- wording van Europa pleiten. Hier gaat het om impliciete kritiek op het Westen of Europa die achter schijnbaar prowesterse uitingen en houdingen verborgen kan zijn. Orthodoxe superioriteitsgevoelens De tweede moeilijkheid betreft het superiori- teitsgevoel van het Orthodoxe Oosten. Men wijst op het bezit van het ware geloof, de Orthodoxie, waarvan de waarde op geen enkele manier met andere wereldse schatten vergeleken kan wor- den. De eigen cultuur en de speciale Grieks- orthodoxe levenswijze worden steeds als superi- eur beschouwd, waarbij eerder de verschillen dan de overeenkomsten tussen de te vergelijken culturen worden benadrukt. Omdat het Westen soms verdwaald is, moet de Orthodoxie het red- den. Men wil het Westen uit zijn impasse voeren en verlossen. Zulke houdingen treft men zowel aan in de officiële kerkretoriek (bijvoorbeeld gedurende de ambtstijd van aartsbisschop Christodoulos) alsook bij verschillende Ortho- doxe theologen en denkers die uitgaan van een gevallen en ziek Europa. Orthodoxe complottheorieën Vanuit de angst voor het – in de moderne en tegenwoordige tijd inderdaad het meest domine- rende – Westen ontstond de gedachte aan een algemene samenzwering. Historisch gezien waren deze angsten vanuit Orthodox gezichts- punt geenszins ongegrond, want de politiek der Rooms-katholieke Kerk na het Grote Schisma was erop gericht de christenen in het Oosten – ten minste religieus – onder Latijns gezag te brengen en over de hele christelijke wereld het primaat van Rome te handhaven. Ook protes- tantse missies in het Oosten bevestigden bij de Orthodoxen dit vijandige beeld van het Westen en lieten een negatieve indruk achter. Tijdens de Joegoslavië-oorlog geloofde men in een ‘allian- tie’ van het Vaticaan, het internationale zionis- me en de westerse machten tot definitieve ver- nietiging van de Servische Orthodoxie. Nieuwe samenzweringsscenario’s hebben zich in het kielzog van de zware economische crisis sinds 2009 ontwikkeld, als een hernieuwde opportu- nistische aanval van het Westen op Griekenland. Ook werd het omineuze getal 666, het getal van de antichrist uit de Openbaring van Johannes, met de nieuwe identiteitskaart in verband ge- bracht, wat in Griekenland felle reacties tot gevolg had. Enerzijds leidt dit complotdenken tot de volledige demonisering van het Westen en van Europa; anderzijds wordt daarmee echter de aantrekkingskracht van de westerse cultuur op dit specifieke gebied niet opgeheven, wat tot de steeds weer oplaaiende strijd tussen pro- en antiwesterse stromingen leidt. Deze cultureel bepaalde moeilijkheden vormen zeker geen onoverkomelijke barrières voor de integratie van Europa, maar plaatsen op de weg daar naartoe op cultureel niveau hindernissen die nog van blijvend gewicht zijn. Dit zou ook van invloed kunnen zijn op de prowesterse zake- lijke politiek van Griekenland. In het kader van de huidige economische crisis gaan in het land op dit moment steeds meer anti-Europese stem- men op, onder andere bij verschillende Ortho- doxe auteurs. Culturele verschillen zijn niet alleen in Griekenland, maar ook in de andere lidstaten aanwezig en invloedrijk. De vermelde cultuur- en mentaliteitsverschillen kunnen in dikwijls verschillende contexten worden ge- bruikt en in bepaalde zaken een einde van de Europese eenwording versnellen. Het is maar te hopen dat dit scenario geen werkelijkheid wordt. Vasilios Makrides Vertaling: K. Oskamp; bewerking: P. Brenninkmeijer.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=