Jaargang 59 Nummer 3

1 7 Pokrof Untersuchungen , die de logica nog probeerde te redden én de anarchist tegen de rede. Een hele nacht debatteerden ze op een hotelkamer, de een niet minder hartstochtelijk dan de ander. Aan het eind van het gesprek, dat niet het laat- ste zou zijn, raadde Husserl hem aan Kierke- gaard te lezen. De koninklijke waarheid Dan is het tijd voor de waarheid, die niet de steun nodig heeft van bewijzen en speculaties. De wijsgeer ontsluiert de waarheid niet, hij bereidt de waarheid voor. De waarheid, in de beeldspraak van Sjestov, is als een koningin die gaat zitten zonder eerst om te kijken, zoals de hofdames, die de praktische rede vertegen- woordigen, wél doen. Voor de koningin is er een eigen logica: er is een stoel omdat ze gaat zitten. Het zal niet verbazen dat na de tekortschieten- de rede wij – eind goed al goed – bij het geloof belanden. Maar de weg erheen is veel- zeggend. Tegenover het christendom, verstrikt in de Helleense geest, staat volgens Sjestov de Joodse God, niet alleen omdat de schrijver zelf toevallig van Joodse afkomst is, maar uit afkeer van een godsdienst die het godsbeeld in rede- lijke begrippen probeert te vangen. Het chris- tendomwilde niet die onverzoenlijkheid tussen rede en geloof en onderwierp God aan de rede. “Maar de rede heeft niet de avond- en morgen- ster geschapen.” Nog enkele kenmerkende uit- spraken: “Van God kan men niet zeggen dat Hij bestaat. Want zeggende ‘God bestaat’ verliest men hem onmiddellijk.” En: “Het Goede is niet God. Men moet datgene zoeken wat hoger is dan het goede. Men moet God zoeken.” Hoe die waarheid er dan uitziet, daar besteedt hij minder woorden aan dan aan zijn verzet tegen de rede. Jammer voor de keukenmeid in ons die graag snel wil weten hoe de roman afloopt. Sjestov verwijst naar enkele bijbelse figuren. Op Jobs weegschaal is een hoofdwerk van hem. We horen hier geen figuur die onder zijn ellen- de bezwijkt, maar de razende woorden van een “privaat denker”, met een weegschaal waarop de menselijke smart zwaarder weegt dan al het zand der zee. Job als denker. Kierkegaard dacht er ook zo over. Zijn geloof begint bij de absurdi- teit van het bestaan. De andere figuur is Abraham. Die zondigde tegen elke redelijke ethiek met zijn besluit zijn zoon te offeren. Hij wist ook niet waar Jahweh hem hebben wilde, het pad van het geloof was hem volstrekt duister, maar hij volgde het niet- temin. Als hij alles eerst had willen verifiëren, was het er nooit van gekomen. Dolf Bruinsma Literatuur De Nederlandse lezer kan misschien anti- quarisch bemachtigen: • Rede en geloof (Bussum 1950), een inleiding en een aantal opstellen van de denker. • Uren met Sjestow : de titel is bezadigd, de inleiding en de teksten zelf zijn dit niet. • Het proefschrift van J. Suys, Leo Sjestow’s protest tegen de rede (1931). Dit is wat taai en ouderwets, maar nog steeds verhelde- rend. Portret uit 1910 van Lev Sjestov door Leonid Pasternak.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=