Jaargang 59 Nummer 1

Pokrof 9 voor de Kopten. De Egyptische christenen zijn weinig gerust op de partij der Moslimbroeders en een nóg extremistischer islampartij, die beide veel stemmen trekken. Zal het bittere lot der Kop- ten de christenen van Syrië ook treffen? Egypte is echter een totaal ander land mét wel een decennialange onderdrukking van christenen. 4 De christenen in Irak zijn in de jaren na de val van Saddam (2003) met honderdduizenden gevlucht, onder ander naar de ‘safe haven’ Syrië. Moeten zij straks bij een wisseling van het regiem ook weer vluchten uit Syrië? Samen met de eigen christenen van Syrië? Bisschoppelijke zorgen Het verhaal dat de kerkelijke leiders van Syrië graag vertellen, is dat Bashar el-Assad de aan- gewezen persoon is om de – ook volgens hen – noodzakelijke veranderingen in Syrië te leiden. De bisschoppen van de verschillende kerken zijn door de bank genomen voor democratische veranderingen én voor Assad, en ook in Nederland zijn de meeste christenen uit Syrië voorstander van hem. Het westen met zijn enthousiasme voor de opstand heeft volgens hen maar weinig feeling voor wat er bij een regi- me change op het spel staat voor de christenen. Zouden zij pal achter de oppositie gaan staan en wint Assad desondanks, dan zijn de rapen gaar voor de kerk. Kiezen ze nog steeds voor de oppositie en wint die, ook dan is de toekomst nog altijd donker. Kiezen ze daarentegen vóór Assad en wint de oppositie…, wat dan? Het donkerste scenario? Meest in het oog springen- de demonen: een electorale overwinning voor moslimfundamentalisten en/of bijltjesdag voor Assads sympathisanten, de christenen incluis. Christelijke tegengeluiden We moeten bij dit alles een onderscheid maken tussen de posities van de kerkleiders, die van het gros der gelovigen en die van afwijkende groepen onder de christenen. Er zijn christe- nen van Syrië, als groep of individu, binnens- lands of in de emigratie, die tegen de dictatuur zijn en daadwerkelijke oppositie plegen. Steun voor Assad over de hele linie van de christenen bestaat niet. Zo is een belangrijk criticus van de Syrische regering, Michel Kilo, christen. Hij be- kritiseerde de positie van de kerkleiders. Hij is niet de enige christen die dat doet. En je hoeft ook niet een verklaard opposant van de machthebbers te zijn om door hen met argusogen te worden bekeken. De jezuïet Paolo Dall’Oglio is een Italiaan, woont al tientallen jaren in Syrië en is overste van het Syrisch- katholieke klooster Mar Musa bij Nebek in West-Syrië. En moet extreem voorzichtig zijn. In september 2011 organiseert hij een ‘geeste- lijke jihad’. Moslims en christenen, mensen die voor en die tegen het regiem zijn, komen een week lang in zijn klooster bijeen, om samen de Koran en de Bijbel te lezen, te bidden en te vas- ten en met elkaar de dialoog aan te gaan. Ook Michel Kilo was daar. Maar de machthebbers in Damascus hadden al vanaf maart 2011 plannen omDall’Oglio tot ongewenst persoon te verkla- ren. Vooral een brief uit de maand juli van vorig jaar, waarin hij op een irenische manier pleit voor democratische veranderingen en nationa- le eenheid, moet het regiem gestoken hebben. Op 27 november krijgt Dal’Oglio officieel aan- gezegd dat hij het land moet verlaten, iets waarvan in december, in de kerstbrief van Mar Musa, wordt meegedeeld dat dit is teruggetrok- ken zolang hij zich niet met politiek zou bezig houden. (Vanwege de keuze voor zijn werk in Syrië heeft hij aan die eis gehoor gegeven.) Onzekere toekomst Het wensdenken van de kerkleiders van Syrië lijkt de afgelopen dagen – ik schrijf donderdag 12 januari 2012 – meer dan ooit te zijn gelogen- straft. Tijdens een speech voor aanhangers in Damascus op woensdag 11 januari heeft de pre- sident naar de oppositie, die hij wegzet als bui- tenlands geïnspireerd Al-Qaïda-terrorisme, een ijzeren vuist gemaakt. Een vuist waaraan inmid- dels al zoveel bloed kleeft, dat het ondenkbaar is dat deze man ooit de broodnodige veranderin- gen aanzwengelt die het land naar een betere en democratischer toekomst moeten leiden. Bashar Assad’s onwil (of onvermogen) tot werkelijke verandering in 2001, kort na het veelbelovende begin bij zijn aantreden in 2000, maar ook zijn huidige retoriek – soms vredelievend, soms agressief, maar altijd vergezeld van gruwelda- den in het land – lijken dit te bewijzen. Of de oppositie, als ze aan de regering komt, werkelijk tot verbeteringen in staat zal zijn, blijft een vraag. Voor christenen een meer dan hypotheti- sche vraag. Vroeg of laat gaat deze dictatuur val- len. Christenen gaan daarmee hoe dan ook een moeilijke tijd tegemoet. Leo van Leijsen (Bronnen: o.a. Der Spiegel, Die Presse, Trouw, Twentsche Courant Tubantia, Werk voor het Oosten, Nieuwsuur)

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=