Jaargang 59 Nummer 1

2 0 Pokrof land, met een geweldige geschiedenis. Dit stond in een brief aan Tsjaadajev, die nooit is ver- stuurd en waarvan later het klad is gevonden. Het bittere einde De laatste tien jaren waren moeilijk. Poesjkin, die niet met geld kon omgaan en voortdurend speelschulden had, zat constant in geldnood; zijn benoeming als kamerjonker aan het hof van de tsaar bracht daar geen verbetering in. De functie stelde weinig voor – was eigenlijk wat beledigend voor iemand als Poesjkin – maar hij moest wel bij alle ceremoniële feesten aanwezig zijn en een grote staat voeren, met een koets en bedienden. Verder was Poesjkins vrouw lichtzinnig en oppervlakkig. Zoals bekend vond hij in een duel vanwege zijn vrouw in 1837 de dood. Hij werd neergeschoten op 27 januari, daags vóór het feest van Efrem de Syriër. De priester die erbij werd gehaald, had juist in de avonddienst de heilige herdacht. Je treft dus in het werk van Poesjkin van alles aan: de opstandige geluiden in zijn tijd, het opge- wekte rationalisme à la Voltaire en de godsdien- stige motieven uit de Orthodoxe Kerk: de riten, de gebeden en de kerkslavismen in zijn Russisch. Poesjkin herdenken Wat deden de Russen met Poesjkin? Beroemd werd de redevoering van Dostojevski, in 1880 uitgesproken tijdens een herdenkingsbijeen- komst. Hij haalt de opmerking van Gogol’ aan: de dichter als unieke uiting van de Russische geest, en – voegt hij eraan toe – als een profeti- sche figuur. Dostojevski werkt dit als volgt uit. Nadat Poesjkin zich in het westen had geher- oriënteerd, heeft hij de idealen van elders voor het eigen volk verwerkt. Zelf verpersoonlijkt Poesjkin de Russische gedachte. In het verhaal ‘De zigeuners’ wordt de Rus uitgebeeld als de rusteloze zoeker naar waarheid. De hoofdper- soon denkt zich bij de zigeuners te kunnen aan- sluiten, maar dit loopt uit op een mislukking. Denken we ook aan Poesjkins personage Evgenij Onegin, die als het ware bij zichzelf te gast is en nergens een steunpunt vindt. Tegenover hem staat Tatjana, de Russische vrouw die met de beide benen op de grond staat. Ze houdt van Onegin, maar ze zal om hem haar oudere man, met wie ze een verstandshuwelijk heeft, niet verlaten. Het eigen geluk mag niet gegrond zijn op andermans ongeluk. Dostojevski merkt op dat de titel van het gedicht beter naar Tatjana genoemd had kunnen worden. Dostojevski’s slotsom is dat Poesjkin de Russen heeft geleerd de gebruiken van andere landen over te nemen en dan ruimhartig, zonder vijandelijke reserve, de conflicten tussen de verschillende stammen te boven te komen, om samen te werken als leden van één “arisch ras”. Als voorbeeld van een ander soort herdenken neem ik de rede van de Sovjet-schrijver Aleksandr Tvardovskij (1910-1971), uitgespro- ken in 1962. Boeiend dit na een halve eeuw nog te lezen: niet “Terug naar Poesjkin”, maar: “Samenmet Poesjkin voorwaarts, naar de nieu- we en hogere verworvenheden van de cultuur van het communisme!” Het is dan onvermijdelijk dat Poesjkin wordt ontdekt als geestelijk, religieus dichter. Zoals bijvoorbeeld in een te St.-Petersburg in 1999 verschenen bundel van ongeveer 70 artikelen, waarin alles aan de orde komt waaruit je zou kunnen opmaken dat Poesjkin een gelovig mens was. Citaten uit geestelijke literatuur, sporen van bijbelteksten, gebeden, zowel van de dichter zelf als uitgesproken door zijn per- sonages. Dit alles in de context van de Rus- sische cultuur. De titel van de bundel is Een geestelijk werker . Typisch is ook de inleiding. Rusland ondergaat grote veranderingen, maar het zal de dichter zijn die ons in allerlei proble- men de weg wijst. Poesjkin is onze leraar. Gelovig En tenslotte: was Poesjkin gelovig? Dat was hij wel, wordt gezegd, maar hij liep er niet mee te koop, indachtig de vermaning van Efrem de Syriër. Veel biografen laten de kwestie liggen. En ook zegt een biograaf: hij was niet erg gelo- vig, wel bijgelovig. Zeer interessant vind ik dit alles. Maar de meeste poëzie minnende Russen leren zijn gedichten uit het hoofd en beginnen ze bij gele- genheid te declameren. Een uitstekend gebruik. Dolf Bruinsma Poesjkin op een schets.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=