Jaargang 58 Nummer 3

Pokrof 1 0 klooster dan van de universiteit is. 5. Stedelijk pastoraat ~ Ik heb met de vraag geworsteld wat de kerk te bieden heeft aan de arme en gecriminaliseerde migranten. Ik kwam tot de conclusie dat het ‘Goede Nieuws’ van het Evangelie meer is dan woorden. Wat is de basis voor ‘zending in de stad’(urban mission)? Ik ontdekte dat Johannes Chrysostomus, door de Orthodoxe Kerk als een heilige en kerkvader beschouwd, de nadruk legde op de ‘twee alta- ren’: één in het heiligdom en een ander in de publieke ruimte. Niet zo heel lang geleden beargumenteerde professor Ion Bria in The Liturgy After the Liturgy (‘De Liturgie na de Liturgie’, Wereldraad van Kerken, 1996), dat de liturgie niet piëtistisch of passief is, maar sociologische implicaties heeft. Hij roept de Kerk op “actief te zijn om de hindernissen op de weg naar rechtvaardigheid, vrijheid en solida- riteit te overwinnen.” Mijn gereformeerde christelijke blik is uitge- daagd en heeft zich ontwikkeld door de Roemeens-orthodoxe kerk. De wereld is veran- derd sinds 1840 toen een kleine groep Schotse missionarissen onder leiding van ds Robert Murray McCheyne naar Ias,i kwam om te getui- gen aan de grote Joodse gemeenschap. Zelfs voor de Tweede Wereldoorlog bestond er een joodse messiaanse geloofsgemeenschap in Ias,i die verdween tijdens een nazi-pogrom in 1941. In de eenentwintigste eeuw hebben globalisatie en seculariteit de context van het christelijke getuigenis veranderd. In de orthodoxe wereld geloof ik in de noodzaak en de waarde van een fijngevoelige protestantse stem om de kloof te overbruggen tussen kerkelijke uitdrukkingen die religie en maatschappij, Woord en Geest, sacramenteel en niet-sacramenteel van elkaar hebben gescheiden. De rationalistische ten- dens van de Verlichting maakte van het christe- lijk geloof een studieobject in plaats van een subject dat ervaren moet worden. Deze ten- dens in het westers christendom om dualismen te creëren, ging zover dat er een scheiding werd aangebracht tussen het materiële en het immateriële. Volgens mij zijn ze in de ortho- doxe wereld bijeengebracht. Robert Calvert Zijn ouders waren oblaten van een Benedictijnenabdij. Daardoor leerde Paul Baars (*1955) al als kind de ‘Latijnse ritus‘ kennen in de vorm die hij na het Tweede Vaticaans Concilie gekregen had. Dit was het begin van een grote persoonlijke betrokkenheid op liturgie. Vanuit die betrokkenheid laat hij zijn licht schijnen op liturgie, met name de Byzantijnse, die hij later leerde kennen. H et officie (de Uren) van de postconciliaire romeinse liturgie in het klooster van mijn jeugd was zojuist in het Nederlands vertaald; de vaste en wisselende gezangen van de eucharis- tie bleven inhet Latijn.We volgdenhet kerkelijk jaar. De gregoriaanse en gregorianiserende (= van het gregoriaans afgeleide) melodiën vorm- den een prachtige culturele erfenis. Gelovigen tijdens een Goddelijke Liturgie in een ortho- doxe parochiekerk in Boekarest, Roemenië. (Foto: L. van Leijsen) Continuïteit en flexibiliteit in de liturgie

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=