Jaargang 58 Nummer 2

Pokrof 1 9 Op 11 december 2010 overleed de katholieke theoloog prof. dr. Anton Houtepen op 70- jarige leeftijd. Hij was een bezielde oecu- menische figuur die zijn leven lang bruggen probeerde te slaan tussen de diverse oecu- menische partners. De lokale, nationale en internationale oecumene zal deze charis- matische, begaafde en optimistische per- soon nog node missen. Anton Houtepen was een katholieke theoloog in de ware, brede zin van het woord: zich wetenschappelijk bewegend in het spanningsveld van kerke- lijke traditie, actuele geloofsgemeenschap en de moderne samenleving. E en grote rol speelde Anton als katholiek theo- logisch adviseur van de commissie Geloven en Kerkopbouw (Faith andOrder) van deWereldraad van Kerken van de jaren ’70 tot begin jaren ’90. Een zeer belangrijk concreet resultaat daarvan was het zogeheten BEM-rapport over Doop, Eu- charistie en Ambt ( B aptism, E ucharist and M i- nistry) uit 1982 waarop Anton als co-auteur een duidelijk stempel heeft gedrukt. Daarnaast woonde Anton alle assemblees van de Wereld- raad van Kerken bij sinds 1975. Beide platforms waren voorwerp van directe theologische debat- ten, discussies en gesprekken met orthodoxe theologen en kerkleiders. Daarnaast had Anton op zijn reizen naar ‘orthodoxe landen’ als Rus- land, Roemenië en Griekenland natuurlijk de no- dige feitelijke ervaring met de oosterse ortho- doxie opgedaan. Oosters christendom Over de grote waarde van Anton Houtepen voor de oecumene is al veel gezegd, maar over zijn visie op het oosterse christendom is nog amper of niet gesproken. Hieronder noem ik enkele van zijn opvattingen. Een opmerkelijk accent legde Anton Houtepen op het leren. Sprekend voor zijn eigen traditie doelde hij op zaken die katholieken van andere christelijke tradities konden opsteken. Wat treft in zijn artikelen is zijn positieve waardering voor het oosters christendom: “Van de kerken van het Oosten hebben we geleerd – en moeten we nog steeds leren – dat het heil-in-Christus, waarvan de Kerk leeft, van Godswege is en dat God zelf – Vader-Zoon-Geest – het dragend en scheppende Geheim van de werkelijkheid is. Niet de Kerk is het Rijk Gods, niet de stoel van Petrus de rechterstoel Gods, niet het nieuwste denkbeeld per se de beste gedachte omtrent God. Al ons weten omtrent het Mysterie van God is voorlopig, beperkt. Niet wij hebben God in pacht, maar God draagt ons. De Kerk is de gestalte van het verlangen naar God, de gemeenschap die ons uitzien naar God gaande houdt, het visioen van God lichtend en het gerucht van God ruisend. De Logos van God voor de werkelijkheid is het geloof in de Ver- rezene en de Hoop op het eeuwig leven. Niet dat dit geloof bij ons verloren zou zijn gegaan. Maar wellicht is het onder de korenmaat gezet van het recht en de regels, de dogma’s en de zekerheden, de riten en de formules. Misschien is de katho- lieke Kerk van het westen, die vanaf 1054 ademt met één long (Johannes Paulus II), kortademig geworden in haar verlangen naar God en ver- strikt geraakt in securisme en machtsuitoefe- ning. Hebben niet juist dit securisme en dogma- tisme, deze machtsontplooiing en dit centralis- me vanaf de Gregoriaanse hervorming in de 11 e Anton Houtepen Prof. dr. Anton Houtepen (1940-2010)

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=