Jaargang 58 Nummer 2

1 7 Pokrof Macedonië is neergestreken in Utrecht. Althans zo lijkt het. In het museum Catharijneconvent om precies te zijn, met de tentoonstelling ‘Ongekende Schoonheid. Ikonen uit Macedonië’. Hieronder persoonlijke indrukken van Leo van Leijsen. O p de openingsplechtigheid op 8 februari jl. in de belendende rooms-katholieke St. Cathari- na-kathedraal voeren zowel Macedoniës minister van cultuur als zijn ambassadeur in Nederland het woord. Op de voorafgaande persbijeenkomst heeft ook al de voorzitter van de Macedonische Gemeenschap in Nederland de verzamelde media toegesproken. Mevrouw de minister, de ambassa- deur, de voorzitter – ongetwijfeld allemaal schat- ten van mensen, die uitermate geschikt waren voor dit charme-offensief van een staat die in zijn twintigjarigbestaan internationaal wat inhet ver- domhoekje heeft gezeten.Maar de grootste schat- ten vanMacedonië, daarover zijn ook deMacedo- nische hoogwaardigheidsbekleders het roerend eens, zijn op dat moment in het museum zelf. Om spoedig bezichtigd te worden. En werkelijk, ze hebben gelijk. Wat er aan iconen wordt geëxposeerd, is inderdaad van een ‘onge- kende schoonheid’ en vakkundig opgesteld. De medewerkers van het museum glimmen die namiddag van trots – en terecht. Ze hebben met liefde en kennis van zaken de kunstschatten van Macedonië voor het Nederlandse publiek ontslo- ten. Er zijn niet alleen iconen, maar ook het recentelijk gevonden (2002) gouden gezichts- masker uit de 5 e eeuw vC en andere religieuze en niet-religieuze kunstobjecten. Levensgrote tijdsbalk In een gang van het museum hangt een levens- grote tijdsbalk die de (cultuur)geschiedenis van Macedonië uiteenlegt. Daar is uit te destilleren dat Macedonië zo’n drie kersteningsgolven heeft gekend: één die teruggaat tot de tijd der aposte- len (1 e eeuw) en een tweede wanneer de H. Erasmus van Antiochië als missionaris de stad Ohrid aandoet (± 300). In die periode moet Latijn de belangrijkste taal der christenen geweest zijn; we zien op de tentoonstelling terracotta bas- reliëfs van christelijke heiligen met Latijnse opschriften. Ook nu wonen er overigens in Macedonië nog mensen die een Latijnse taal spreken. Je zou de sprekende terracotta afbeel- dingen ‘iconen’ kunnen noemen, maar Désirée M. D. Krikhaar, een gerenommeerd iconenspe- Fresco’s gelden in het Byzantijnse oosten ook als iconen. Fragment van een muurschildering met een heilige of profeet die zijn handen opheft in gebed. Uit de kerk van de Aartsengelen, Prilep, 13e eeuw (Nationaal Museum van Macedonië, Skopje). Iconententoonstelling Catharijneconvent

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=