Jaargang 57 Nummer 5

Pokrof 1 4 God openbaarde zich niet alleen in deze nacht aan de herders en de wijzen. Hij kan zich altijd openbaren en aan iedereen. Een persoon die zich er steeds verder in ver- diept, wordt meer en meer omgevormd tot het beeld van God. Zo werden in 2000 jaar mensengeschiedenis mensen vaker verlicht. Ze namen het Goddelijk Woord aan en zochten een menselijke verhouding tot Hem. Er waren ook altijd mensen, die net als Herodes Christus wilden doden, alsook het geloof in Christus. Ze vernielden de mense- lijke verhoudingen. Maar de meeste mensen bleven onverschillig voor de boodschap van de engel. God kan hen niet bereiken. Het Evangelie heeft hen niet opgewekt tot een nieuw leven. Ze leefden verder, alsof er niets gebeurd was. Deze drie reacties zien we ook in onszelf. Soms komen heldere gevoelens op, die ons oproepen God te aanbidden. Soms krijgen wij wijze gedachten over God en over de betekenis van ons leven. Maar soms wordt ons hart veroverd door kwaadheid, jaloezie en gierigheid. Deze gevoelens jagen alles uit ons hart weg wat God daarin uitgezaaid heeft. Dan bevindt God zich niet meer in ons hart en wordt heel de aarde verduisterd, behalve die ene verhulde grot. Soms worden we bezocht door melancholie en onverschilligheid. Dat is de grootste ramp, die ons kan treffen. We worden onverschillig ten opzichte van het hogere: liefde, goedheid en schoonheid. Deze onverschilligheid draagt in zich de geestelijke dood. Ons lichaam leeft nog wel, maar ons hart is verkild. Ons hart verliest het vermogen om mee te leven en mee te voelen met anderen. We gaan onze verantwoordelijkheid uit de weg. We verliezen het vermogen om te houden van de mensen die ons het meest dierbaar zijn, het meest waardevolle van ons leven: onze ouders, kinderen, man of vrouw en onze vrienden. Wanneer je het koud hebt, kun je nog altijd verwarmd worden. Maar onverschilligheid is erger. De Apokalyps beschrijft die situatie als volgt: “Je bent niet koud, je bent niet warm”. Weet u, een kenmerk van sommige zware psychische ziektes is de afwezigheid van medelijden met de pijn van iemand anders. Men ziet een mens die pijn lijdt, maar leeft niet mee. We herdenken vandaag dat God ons verschenen is. We vieren het feest dat God met ons is. Hij is hier en nu aanwezig ook in de storm van zware tijden. Dat is een blij geheim, dat we ook in barre tijden niet mogen verliezen. Het belangrijkste is dat wij onszélf niet verliezen, want dan heeft God geen plek meer waar Hij wonen kan. Dan heeft God niet meer de mogelijkheid in ons geboren te worden. Dan worden we onverschillig. Laten we ons gevoel levend houden voor het Goddellijke en het menselijke, opdat we kunnen antwoorden wanneer mensen of God een beroep op ons doen. vader Pavel Adelgeim Vader Pavel Adelgeim is orthodox aartspriester te Pskov, Rusland. Deze kersttekst is genomen uit zijn verzameling preken en vertaald door P. Baars.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=