Jaargang 57 Nummer 4

Op 11 maart jl. stierf de Russische dichteres Jelena Sjvarts, geboren in 1948. Ze wordt een van de literaire grootheden van deze tijd genoemd. Vorig jaar verscheen haar belangrijk- ste dichtwerk in Nederlandse vertaling. D e Russische literatuur in het post-Sovjet tijdperk heeft nog niet veel bekende namen opgeleverd: wat in vertaling verschijnt, is nogal uiteenlopend, en de Russen die we daar aan- treffen zijn ook niet echt van de laatste tijd. Er is een nieuwe reeks Slavische Cahiers , die echter nog geen nieuwe generatie aankondigt. De zes delen die tot nu toe zijn verschenen, betreffen een toneelstuk van een niet-Rus, de bekende Tsjechische auteur Vaclav Havel, en een aantal Russen uit de 18 e en 19 e eeuw. De relatief jong- ste is de dichteres Jelena Sjvarts, in een tweeta- lige uitgave van de gedichtencyclus Werken en dagen van de non Lavinia (Uitgeverij Pegasus & Stichting Slavische Literatuur). Meisjesgezicht De dichteres viel ons al lang op. Allereerst de foto: een aanvallig meisjesgezicht, altijd wat vaag gefotografeerd, donker haar, peinzende ogen. Dit was de afbeelding die jaren lang in de emigrantenbladen domineerde. Haar extravag- ante gedichten waren populair en werden regel- matig afgedrukt. Dit is tientallen jaren het beeld. Tot we ons realiseren dat ze inmiddels al over de zestig is, en het doodsbericht ver- schijnt. Jelena Sjvarts is dit jaar op 11 maart overleden, op 61-jarige leeftijd. In de Sovjet-tijd Over haar leven is niet veel buitengewoons bekend. Haar vader stierf kort na haar geboor- te. Haar moeder had een leidende functie in het Bolsjoj-theater. Jelena Sjvarts werd tijdens de periode van de ‘stagnatie’ niet gepubliceerd. Wel was ze bekend in underground kringen. Haar gepassioneerde voordrachten waren populair. Ze interesseerde zich voor drama. Ze studeerde Theater, Muziek en Film, en voor haar levens- onderhoud vertaalde ze toneelstukken. Het regime moest weinig van haar werk heb- ben. Daarin was iedere politieke strekking vol- strekt afwezig. Dat er veel religie in voorkwam strekte ook niet tot aanbeveling. En het was ook niet het soort religiositeit dat door de Orthodoxe Kerk zou worden gewaardeerd. Daarvoor was het te persoonlijk. ‘Blasfemisch’, lees je wel eens, en ‘gnostisch’. In de jaren ’80 kon een kleine selectie van haar gedichten verschijnen bij de Leningradse uitge- verij Sovjetskij Pisatel’ (Sovjetschrijver), mits al te fysiologische vrouwelijkheden werden ver- meden. En ook als ze niet te veel dusja , ziel, in haar werk deed. Wat ze weigerde. Was het ook Brodsky niet die dit woord aan de Russische literatuur wilde teruggeven? In het werk komt veel Petersburg voor: de stra- ten, de paleizen, de grachten, de rivier de Neva, en de literaire mythen. Verder publiceerde ze korte prozastukken, die veel jeugdherinnerin- gen bevatten. Petersburgse poëzie? Jelena Sjvarts wordt een van de grootsten van de laatste tijd genoemd. Bekendheid in Neder- land dankt ze aan een optreden in Rotterdam voor poetry international in 1997; ze was een van de vier Petersburgse dichters die voor een poë- zieprogramma naar Nederland kwamen. Het literaire tijdschrift Optima wijdde er een speci- Jelena Sjvarts (1948-2010) 3 Een van de foto’s van Jelena Sjvarts op jongere leeftijd. Pokrof

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=