Jaargang 57 Nummer 4

1 6 Pokrof de katholieke en de orthodoxe kerken, dit afwijzen? ‘De discussie tussen de kerken over avond- maalsgemeenschap is theologisch gecompli- ceerd, en ligt wat de liturgische praktijk betreft niet eenvoudig. Ze wordt ook vaak gevoerd met een emotionele lading die kunstmatig is. Ik heb vaak de indruk dat het er in werkelijkheid niet om gaat om samen dieper te groeien in het begrip en de praktijk van het Avondmaal, waar- bij men elkaar verrijkt, maar dat men een «Stellvertreterkrieg» (lett.: plaatsvervangers- oorlog, red.) wil voeren over ecclesiologische posities en een verborgen wederzijdse erken- ning van elkaar als kerken wil afdwingen, óf juist verhinderen.’ Hoe moeten we hier de door u gebruikte term ‘Stellvertreterkrieg’ verstaan? ‘«Stellvertreterkrieg» is als bijvoorbeeld twee kleine landen ruzie maken over een grens, ter- wijl het er in werkelijkheid om gaat dat de grootmachten die daarachter zitten, hun belangen van grootmacht en hun strategie wil- len doordrukken. Bij het kleine conflict gaat het in werkelijkheid om iets anders, iets gro- ters. Misschien zou je ook kunnen zeggen «Ersatzkrieg» (surrogaatoorlog, red.).’ En om weer terug te komen bij het interkerke- lijke gesprek over avondmaalsgemeenschap: ‘Bij dit alles spreekt men dan bovendien amper over de plaats die de eucharistie in de verschil- lende kerken inneemt, of over de onderling afwijkende praktijk van hoe vaak men ter com- munie gaat of over hoe men zich op de commu- nie voorbereidt. Juist omdat de eucharistie ondanks alle verschillen niet het bezit is van één confessie, maar een genademiddel van Gods zelfopenbaring, daarom mag men haar niet tot slaaf van een te strenge toelatingsprak- tijk maken, maar ook niet van eentje naar eigen goeddunken. Als men de artoklasia als brand- blusser wil inzetten, met als doel de eucharisti- sche fronten te verkorten of die uit de vuurlinie te halen, dan doet men haar geen recht. Want dan men maakt van een liturgische viering een middel. En men brengt daar de discussie over de avondmaalsgemeenschap ook niet verder mee. De artoklasia is alleen dan een verrijking als men ze ziet en viert in haar eigen aard en niet met andere intenties opzadelt. Zoals je immers in principe liturgische vieringen nooit met vreemde intenties moet opzadelen.’ Interview door Leo van Leijsen Tekst artoklasia: http://www.evangelische- kirche-vohburg.de/downloads/Artoklasie- Master.pdf Eind mei was de Nederlandse première van de film Agora over de hellenisti- sche geleerde Hypatia (± 355- maart 415), een jaar nadat deze in 2009 te Cannes in première was gegaan. Maker van dit ‘sandalenepos’ is de Spaanse regisseur Alejandro Amenábar. In 2004 maakte hij Mar Adentro (The Sea inside) , een film waarin hij zijn kritiek op de Rooms- katholieke Kerk en met name haar medische ethiek niet onder stoelen of banken stak. Met Agora lijkt Amenábar wederom een kerkkritisch filmprodukt te hebben afgeleverd. Thans is de oosterse kerk van rond 400 in het Egyptische Alexandrië in het vizier. In hoeverre is Amenábar’s kri- tiek terecht, in hoeverre onterecht? Leo van Leijsen zag de film deze zomer en bespreekt deze hier. D e film is een waar spektakel van meer dan twee uur met kleurige kostuums en grote mensenmassa’s. ‘Agora’ – marktplein in het Grieks – staat voor de multiculturele en multire- ligieuze smeltkroes die de Romeinse metropool Film ‘Agora’ als seculiere heiligverklaring van Hypatia

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=