Jaargang 55 Nummer 5

Servië is een land met een Orthodoxe meerderheid. Volgens de laatste volk- stelling in 2002 bekent 85% van de bevolk- ing zich tot de Servisch-orthodoxe Kerk. De overige geloofsgemeenschappen zijn de katholieken (5,5%), de moslims (5,5%) en de protestanten (1,1%). Bij deze getallen moet men er in elk geval rekening mee houden dat ook de Servische samen- leving in de afgelopen jaren – vooral onder het communistische regiem – aan inten- sieve processen van secularisering was blootgesteld. Deze hebben geleid tot een teruglopen van de godsdienstige gerichtheid van de bevolking. Ondanks het feit dat men zich bekent tot de Orthodoxie neemt een groot deel van de bevolking niet actief aan het kerkelijke leven deel en heeft nauwelijks kennis van de centrale christelijke leer. Dat de kerk niettemin onder de bevolking over zo’n groot aanzien en vertrouwen beschikt, hangt samen met het feit dat ze niet alleen als een godsdienstige, maar ook als een nationale institutie wordt beschouwd. D e Servisch-orthodoxeKerk ziet zich als ver- tegenwoordiger en beschermer van de Ser- vische natie, in het bijzonder gedurende moei- lijke politieke periodes. Kij- kend naar de geschiedenis verwijst zij daarbij naar haar rol gedurende de eeuwenlan- ge Osmaanse overheersing én de tientallen jaren van het communistische regiem. In beide gevallen zou de kerk de enige beschermingsmacht van het Servische volk zijn geweest, die het ook in dra- matische situaties van de ge- schiedenis nooit in de steek zou hebben gelaten. Kerk begin jaren 1990 Vanuit dit perspectief keek de kerk ook naar de ineenstorting van Joegoslavië en de daarop volgende oorlogen in Kroatië en Bosnië- Herzegovina in de vroege jaren ’90 van de vori- ge eeuw. In de visie van de kerk waren de Serviërs eigenlijk degenen die bedriegd wer- den. Immers, voor hen zou – net als tijdens de Tweede Wereldoorlog – in de nieuw ontstane staten een “volkerenmoord” dreigen. Als voorts Kroatië en Bosnië-Herzegovina het recht hadden zich van Joegoslavië los te maken, dan kon men de daar wonende Serviërs niet het recht ontzeggen om zich af te scheiden van de beide naar onafhankelijkheid strevende republieken en zich aan te sluiten bij Servië, opdat alle Serviërs in één staat zouden leven. De kerk rechtvaardigde op die manier de ver- dedigingsoorlogen in Kroatië en Bosnië- Herzegovina; het Servische volk was geen agressor, maar slachtoffer. Met haar steeds naar voren gebrachte slachtofferretoriek heeft de kerk er ongetwijfeld toe bijgedragen dat de reeds bestaande angsten voor bedreiging tot een dominant thema werden in de Servische publiciteit en tot gewelddadig handelen leid- den ten opzichte van Kroaten en Bosnische moslims. Van de andere kant echter heeft de kerk tijdens de oorlogen in Kroatië en Bosnië- De Servisch-orthodoxe Kerk sinds ’95 Pokrof 3 De Servisch-orthodoxe Sint- Savakathedraal in Belgrado (Foto: S. Kube).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=