Jaargang 55 Nummer 5

Pokrof 1 6 I n 1912 werd Kosovo door de Servische staat bevrijd en zo werd Kosovo deel van de Joego- slavische gemeenschap. Volgens de volkstelling van 1948was 53%van de bevolking in de provin- cie Servisch. Ondanks de eeuwenlange repressie vormden de Serviërs een meerderheid. Albanezen in Kosovo De communistische periode was in het voor- deel van de Albanezen, die hun aanvallen op Servische bezittingen voortzetten en de druk op de Serviërs om naar centraal Servië te ver- trekken opvoerden. Hun doel was om in de pro- vincie een absolute etnische meerderheid te vormen en de status van regionale autonomie van de provincie binnen de Republiek Servië te veranderen in de status van een republiek in de Joegoslavische Federatie. In Kosovo culmineer- de de gestage eeuwenlange groei van het aantal Albanezen in de opstand van 1981 en een voortdurende door extremisten aangewakker- de spanning. De Servische Orthodoxe Kerk werd in de periode tussen 1945 en 1991 gecon- fronteerd met de beschadiging van kerken, de mishandeling van priesters en gelovigen en de diefstal van bezit (bossen en weiden) van de kant van de Albanese moslims, maar ook van de katholieken. 1 Laatste tien jaar In 1998 richtte de buitengewone vergadering van de Heilige Bisschoppensynode van de Servische Orthodoxe Kerk in een openbare ver- klaring een “appèl tot de religieuze leiders van de Albanezen in Kosovo en Metohija om langs de weg van de dialoog en de samenwerking met de Servische Orthodoxe Kerk te werken voor de vrede, de vrijheid en de waardigheid voor allen in Kosovo en Metohija”. 2 De Servische Kerk deed een oproep tot dialoog om tot een vreed- zame oplossing van de crisis te komen. Onder het voorwendsel van “een humanitaire catas- trofe” dwong de NAVO in 1999 met luchtaan- vallen de Federale Republiek Joegoslavië tot de terugtrekking van het leger en de politie uit Kosovo, en beperkte daarmee haar soevereini- teit. De aanwezigheid van westerse krachten moedigde de Albanezen aan om de vervolging van de overgebleven Serviërs voort te zetten en Servische en christelijke culturele sporen uit te wissen. Veel kerken werden opgeblazen en ver- brand zonder dat de veiligheidstroepen van KFOR die daar getuige van waren, iets konden of wilden doen om de mensen en hun bezit te beschermen. 3 De Servische Kerk richtte zich in 2003 met een memorandum over Kosovo tot de internationale publieke opinie en werd half maart 2004 geconfronteerd met nieuwe aan- vallen, nieuwe verwoestingen en verdrijving van de weinige nog overgebleven Serviërs in de enclave in centraal Kosovo. 4 Kosovo, het Westen en het Servische ‘svetosavlje’ Kosovo en Metohija, het hart van het mid- deleeuwse Servië, de geestelijke en staatkundige wieg van het Servische volk, had in de lange periode van de Turkse overheersing op de Balkan een bijzondere historische ontwikkeling. Vanuit Kosovo vonden in 1690 en 1737 de grote Servische migraties plaats naar het gebied van de Habsburgse monarchie. De Serviërs trokken zich ook daarna steeds meer terug vanwege de druk door de Albanezen, die met toestemming van het Turkse bestuur de meest brute methoden gebruikten om de oudere christelijke bevolking te verdrijven. 1 De secretaris van de Heilige Bisschoppensynode schreef een boek hierover op basis van de officiële documentatie: Savo B. Jovic ’ , Ethnic Cleansing and Cultural Genocide on Kosovo and Metohija – Testimony of the Suffering of the Serbian Orthodox Church and Serbian People form 1945-2005, Belgrade 2007. 2 Glasnik, Officieel blad van de Servische Orthodoxe Kerk , 12 (1998), p.238. 3 Crucified Kosovo – Destroyed and Desecrated Serbian Orthodox Churches in Kosovo and Metohija (June – October 1999) , Belgrade 1999. 4 Memorandum on Kosovo and Metohija by the holy Assembly of Bishops of the Serbian Orthodox Church, Belgrade 2003; March Pogrom in Kosovo and Metohija, March 17-19.2004. With a Survey of Destroyed and Endamaged Christian Cultural Heritage , Belgrade 2004.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=