Jaargang 53 Nummer 1

POKROF 4 Als klein kind al leerde hij de Orthodoxie kennen. Vader Peck- stadt maakte via een pater jezuïet op school kennis met de Ortho- doxie. Een liefde was geboren. Later richtte hij met twee vrien- den het genootschap ‘Apostolos Andreas, contact met de Ortho- doxie’ op. Dat organiseerde con- ferenties over onderwerpen uit de Orthodoxie, waarvoor Ortho- doxe sprekers naar Vlaanderen kwamen. Huize Peckstadt bood ze gastvrijheid. De Orthodoxie was een geleefde werkelijkheid. Of, zoals de oudste zoon het nu uitdrukt: “Thuis heerste een ecclesiale sfeer.” De kinderen werden katholiek ge- doopt, maar heel spoedig ging de familie over naar de Orthodoxe Kerk. Verschillende leden van de familie werden actief binnen de Orthodoxe Kerk. Vader Peckstadt werd priester, zijn twee zoons ook, de echtgenoot van een zus werd ook Orthodox priester. Het doet vermoeden dat het enkel kerk was dat de klok sloeg thuis, maar dat klopt toch niet, want er was ook nog de scouting. Orthodoxie over de vloer Een fotoalbum laat de vele foto’s zien die door de jaren zijn ge- maakt van de Orthodoxe geeste- lijkheid die op bezoek kwam: mannen in zwarte pijen met lan- ge, vaak grijze baarden. Dat hij samen “met deze voorname men- sen” aan tafel zat, maakte grote indruk op de jonge Yves, die van- af 1971 een ‘gastenboek’ bijhield. Hij laat twee bruine boekjes van het formaat van een poëziealbum zien, die vol staan met de vrome wensen van bezoekers. Sierlijke, leesbare en onleesbare hand- schriften wisselen elkaar af, voor- zien van een enkele tekening, een foto en een stuk muzieknotatie. “We maakten de tochtjes mee die werden gemaakt met het bezoek, de contacten met mensen uit de Katholieke Kerk, zoals de paters augustijnen in Gent.” Hij verdui- delijkt: “Ik heb katholieke ‘roots’ en we werden Orthodox, maar er was bij ons nooit argwaan rich- ting katholieken en de Katholie- ke Kerk.” Hij wilde zijn vader opvolgen in de advocatuur, maar een ernstig verkeersongeluk in het eerste jaar van zijn studie gooide roet in het eten. “Na dat ongeluk moest ik een aantal zware operaties ondergaan, waarna ik zes maan- den lang het bed moest houden.” Hij beschrijft hoe hij plat lag op een ‘cirkelbed’, waarop de patiënt op gezette tijden via een tweede matras werd omgedraaid als een sandwich. “Het was een tijd waarin ik veel heb nagedacht,” vertelt hij nu, “en gebeden, ook samen met mijn ouders, die elke dag op bezoek kwamen.” Het was niet zeker hoe het herstel zou zijn. Op zijn vraag of hij weer zou kunnen lopen, kreeg hij geen antwoord. “Terwijl ik de operaties onder- ging, was het een grote angst of ik niet de rest van mijn leven ver- lamd zou zijn.” De tijd in het cir- kelbed werd een periode van “vol- ledige overgave aan God en de medemens”. Een tijd van veel na- denken over de zin van het leven en het leren relativeren van veel dingen. “Toen ik uit het zieken- huis kwam, had ik een andere kijk ontwikkeld op het leven; van meer ‘mondain’ naar een uitgebreide interesse voor het spirituele.” Noodgedwongen was de 21-jarige gestopt met zijn studie voor de advocatuur. Het laatste dat hij had ondernomen vóór het onge- luk was een reis met de scouting naar Griekenland. “Ik wilde daar opnieuw naartoe.” ‘Athenagoras’ Hij studeerde theologie in Thes- saloniki en aan het instituut van Bisschop Athenagoras (Peckstad) is hulpbisschop van het Orthodox Aartsbisdom van België. De geboren Vlaming (Gent, 1962) groeide op in de Orthodoxie en is met zijn 43 jaren de jonge hulpbisschop van metropoliet Panteleimon. Werken aan de toenadering van de christenen

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=