Jaargang 52 Nummer 2

POKROF 6 Toen Yeraz twee jaar geleden naar Nederland kwam, vluchtte ze voor pesterijen van moslims in Irak. Los van het probleem dat een familie met de regering kan hebben, kunnen christenen als bevolkingsgroep problemen on- dervinden van individuele mos- lims of groepen moslims. Yeraz vertelt dat ze veertien was, slim en het enige christelijke meisje in haar klas, maar ze haalde altijd slechtere punten dan haar klasgenootjes, zelfs als haar antwoorden beter waren. De aap kwam uit de mouw toen de lerares zei dat ze niet over zou gaan als ze geen moslima zou worden. Yeraz ging naar een andere school. Reclamecampagne islam Ze vertelt: “In 1990 voelde Saddam dat zijn positie zwakker werd. Daarom ging hij meer nadruk leggen op het islamiti- sche geloof. Onder andere in televisiecampagnes.” Yeraz con- cludeert: “Het is de makkelijkste manier om met de hoofden van de mensen te spelen.” Christenen kregen het vanaf die tijd steeds moeilijker. Yeraz ver- telt dat moslims in Basra chris- tenen wilden dwingen om een hoofddoek te dragen op straat. “Daar was helemaal geen wet voor, maar Saddam had de steun van de moslims nodig en trad er niet tegen op.” Yeraz vertelt hoe ze thuis in Bagdad elke vrijdagmiddag na het vrijdaggebed van de moslims door de luidsprekers op de mos- kee hoorde dat een goede mos- lim een christen geen hand geeft. “Wij zouden hun bloed aan onze handen hebben, een verwij- zing naar oud zeer van een strijd tussen christenen en moslims in de begintijd van de islam.” Verhuizen “Steeds meer christenen trokken naar de centrale steden, Maar daar moet je geld voor hebben, want het leven in een stad is duur.” Zelf verhuisde de familie van Basra in het zuiden van Irak naar het centraal gelegen Bag- dad. In Bagdad zijn ze nog zeven keer verhuisd. “Sommige mos- lims vinden het normaal om je in je gezicht te spugen. Het is dan een zegen om ‘s ochtends je huis uit te gaan en een christe- lijk gezicht te zien.” De christe- lijke Armeniërs zochten elkaar op in de wijken. Woonden er twee gezinnen in een straat en kwam er een huis vrij, dan werd er snel een derde gezin getipt. Het omgekeerde gebeurde ook: als te veel christelijke families een straat verlieten, vertrokken de overblijvers vaak ook. “En het was altijd examentijd als we weer eens moesten verhuizen,” roept Yeraz. De geschiedenis van de Arme- niërs in Irak is kort. Na de geno- cide op de Armeniërs in 1915 in het Osmaanse rijk vluchtten veel Armeense families. Ze kwamen terecht in Iran, Syrië, Libanon en Irak. Aan dat verblijf lijkt nu een einde te komen. Yeraz ver- telt dat er vroeger 3.000 Ar- meense families in Irak woonden en dat er daar nu nog maar 500 van over zijn. “Mensen vluchten naar Syrië. In Beiroet struikel je Yeraz, een jonge meid van 26, heeft sinds twee maanden een voorlopige verblijfsvergunning. Ze wacht nu met haar ouders van in de zeventig op een woning. De familie behoorde tot de Armeens-apostolische Kerk in Irak. Tot ze een woning krijgen aangeboden ergens in het land verblijven ze in een asielzoekerscentrum (AZC). Daar wonen 300 à 350 mensen met vijf personen per caravan met slechts drie kamers. Stenen kruisen in Armenië, het ‘moederland’ van alle Armeniërs. Zij symboliseren dood én opstanding van Christus. (Foto: Leo van Leijsen) “Er komt een dag dat je Mijn naam zult verloochenen”

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=