Jaargang 52 Nummer 1

POKROF 4 Zonnejaar en maanjaar komen samen In feite is de mengkalender van patriarch Meletios een voorbeeld hoe het Romeinse zonnejaar en het joodse maanjaar in de liturgi- sche kalender beide een plaats hebben gekregen. Daarmee zijn ze ook de oorzaak van de soms ingewikkelde regels van een liturgische viering. Feesten die samenvallen, de verschillende rangen van de feesten die bepalen welke troparia, welke stichen en stichieren gezongen worden en in welke volgorde. Een interessant voorbeeld ko- men we dit jaar tegen: een belangrijk feest (uit het zonne- jaar) als Maria Boodschap op 25 maart komt in 2005 samen te vallen met de Grote en Heilige Vrijdag (uit de paascyclus). Hoe moet dat? De regel is dat Maria Boodschap nooit wegvalt, en ook niet naar na Pasen wordt ver- plaatst (zoals in de westerse tra- ditie). We zullen dus meemaken dat op Goede Vrijdag in 2005 ’s middags de Goddelijke Liturgie gevierd wordt, ingebed in een ingewik- keld schema, waarin ook de Vespers met de processie van het Epitafion zijn plaats krijgt. Het zal u duidelijk zijn dat ik blij ben voor het bepalen van de juis- te keuze aan teksten en gezangen gebruik te kunnen maken van wat anderen reeds voor me heb- ben uitgezocht. Johan Meijer CSsR Johan Meijer is redemptorist, pries- ter van de Byzantijnse ritus en uni- versitair docent oosterse theologie. Hij was jarenlang redactiesecretaris van Pokrof. Enkele avondjes gluren naar het avondnieuws op de verschillende publieke televisiekanalen geeft misschien een oppervlakkig, maar wel heel interessant beeld van de Wit-Russische Orthodoxe Kerk. Zij is, in de ogen van deze media, een levende en bruisende kerk met een maatschappij opbouwende rol op het gebied van cultuur en moraal. Het hoofd van de Orthodoxe Kerk, metro- poliet Filaret, is op pad in Wit- Rusland voor kerkwijdingen. De kerken zijn vol. Enthousiaste gelovigen vertellen over de positieve bijdrage van de kerk aan de samenleving. Een breed uitgesponnen bericht over de recente orthodoxe Heilige Synode van 11 oktober laat echter geen misverstand bestaan over de precieze relaties tussen kerk en staat. Metropoliet Filaret en president Loekasjenko kussen dan wel broederlijk elkaars wangen, maar de presi- dent heeft duidelijk het heft in handen. De bisschoppen delibe- reren en Loekasjenko valt spre- kers in de rede, verbetert hun woorden en vult aan. En ook, hij formuleert een duidelijke op- dracht voor de bisschoppen: “Of God bestaat, of niet, daarover moeten jullie spreken.” Heel anders is trouwens het beeld van de Katholieke Kerk op tv. Zij wordt voorgesteld als een onbeduidende minderheid die zich richt op uitbreiding en bovendien vreemd is aan de inheemse, orthodoxe cultuur. Een korte documentaire toont eerst de ‘hoofdkerk’ van Brest met welgeteld twee oude vrou- In Wit-Rusland verloopt het afscheid van het communistische verleden uitzonderlijk moeizaam. De staat controleert de kerken, corrigeert en bestraft waar nodig, en de kerken op hun beurt prijzen de overheid of onthouden zich tenminste van kritiek. Aanvankelijke postcommunistische openheid heeft sinds het aantreden van president Alexander Loekasjenko in 1994 steeds meer plaats gemaakt voor controle. De Orthodoxe Kerk moet volgens de president - hij noemt zich een “orthodoxe atheïst” - een passende ideologie leveren. Officiële relaties tussen de Katholieke Kerk en de Orthodoxe Kerk bestaan amper. Het is een patroon dat met grote intensiteitverschillen in de hele voormalige Sovjet-Unie terugkeert. Orthodoxe kerk in Wit-Rusland Staat als toezichthouder, kerk als ideologie

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=