Jaargang 51 Nummer 3

POKROF 2 iconenstrijd van de 8 e en 9 e eeuw, het iconoclasme. In 726 werd het oostelijk Middellandse Zeegebied getroffen door een zware vulkaanuitbarsting. Veel schade, veel slachtoffers. Door velen werd deze ramp gezien als een teken van God. Het ant- woord daarop kon alleen maar zijn een vernieuwingscampagne: men moest zich bekeren. Terug naar het zuivere geloof, zonder beelden, zonder iconen. “God kun je toch niet afbeelden? Want Hem heeft toch niemand gezien”. “En was de opmars van de Islam die geen beelden kent, niet een teken van Gods welbe- hagen?” Op deze manier kreeg een stroming die zich al langer tegen de iconen en icoonvere- ring keerde, wind in de zeilen. Er ontstond grote verwarring. De patriarch probeerde de zaak tot rust te brengen en zowel voor- als tegenstanders te laten zien dat men niet moest overdrijven, naar twee kanten niet. Maar hij had geen succes, hij moest zelfs aftreden, en keizer Leo III druk- te de vernieuwingsdrang door en eiste de vernietiging van de ico- nen. Zijn mening won het pleit, aanvankelijk tenminste. In 754 riep keizer Constantijn V een concilie van de bisschoppen bij- een tegen de aanbidding van ico- nen. Overal werden nu iconen vernield, fresco’s witgekalkt, en de mensen die beelden en iconen in bezit hadden of ze met zorg en liefde verborgen hielden, werden vervolgd en soms zelfs ter dood gebracht. Maar toch iconen! In 787 was de politieke situatie echter gewijzigd. Bovendien had nu een vrouw, Irene, de keizer- lijke macht samen met haar zoon Constantijn VI. De bis- schoppen kwamen weer bij el- kaar, maar nu ten voordele van de iconen. Dit is het tweede Oe- cumenische Concilie van Nicea (bij Constantinopel). Toch zou het nog duren tot 843 voordat eindelijk verering van de iconen definitief in ere werd hersteld. Dit feit wordt op elke eerste zon- dag van de Veertigdagentijd gevierd: Zondag van de triomf van de Orthodoxie. Want daar ging het om: “Als God en mens echt iets met elkaar van doen hebben, dan moet je het ook kunnen uitbeelden”. Dat is kort samengevat de leer van dat con- cilie, en daar hadden Johannes van Damascus en Theodorus van Studion voor gestreden en geschreven Iconen meer dan versie- ring Het Westen kent natuurlijk ook beelden en muurschilderingen. Ze lijken soms ook op iconen en zijn prachtig; maar het Westen heeft altijd wat huiver gehad voor iconen, zoals die in het Oosten verstaan werden. Men begreep in de achtste eeuw al niet waarover het conflict ging in het Oosten. “Natuurlijk mag men kerken versieren”, bepaalde een synode in Frankfurt. Zelfs het Vaticaans Concilie, dat toch in onze tijd een belangrijke ver- nieuwing betekende, schrijft hierover in 1963 in de Constitutie over de heilige Liturgie : “Het gebruik om in de kerken heilige beeltenissen te plaatsen ter verering door de gelovigen moet behouden blij- ven; wel moet het aantal beperkt blijven en de juiste verhouding woorden: icoonschilderen is ver- kondiging. Iconen zijn verkondiging. Dat is zeker de opvatting van de Oosterse Kerken, speciaal bin- nen de Byzantijnse traditie. Er kwam eens een dominee in Tilburg de cursus meemaken. Hij zei: “Ik weet niet of ik talent heb, maar ik heb een nog diepe- re en meer persoonlijke vraag: Ik zou willen weten of mijn gave als verkondiger ligt in het woord of in het schilderen van iconen?” Het bleek het woord te zijn, maar de man sloeg de spijker op de kop met zijn vraag. In zijn zoeken had hij begrepen wat een icoon is, namelijk verkondiging in kleur en lijn, zoals ook een preek verkondiging is, maar dan in woord en taal. Iconen: men heeft erom gevochten Deze opvatting van icoon is ook in het Oosten niet zo maar komen aanwaaien. Oost en West hebben vanaf het prille begin van het christendom natuurlijk afbeeldingen gemaakt, net zoals men teksten schreef. Dat zijn uitingen die in elke cultuur ont- staan, evenals muziek. Maar toch is er in het Byzantijnse Oosten iets aparts aan de hand geweest. In de ontwikkeling van het chris- telijk Oosten heeft de icoon een eigen plaats gekregen, zo sterk dat je werkelijk zeggen kunt: het Oosten kan niet zonder iconen. Waarom? Omdat iconen verstaan werden als uitdrukking van orthodoxie, teken van het rech- te geloof, teken van het juiste verstaan van het evangelie. Een speciale gebeurtenis heeft hierbij een grote rol gespeeld: de

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=