Jaargang 51 Nummer 3

POKROF 17 ‘Eeuwige gedachtenis’: Henk van Gerwen 1 9 4 8 - 2 0 0 4 Op 14 maart overleed Henk van Gerwen, oud-redactielid van Po- krof. Nadat hij in januari jl. nog op een officieel afscheid was geweest van hemzelf en enke- le anderen die de laatste jaren de redactie hadden verlaten, bereikte ons dit bericht. Henk van Gerwen had zijn le- ven gewijd aan de schone kunsten en was verbonden aan het museum Van Gerwen- Lemmens in Valkenswaard. Groot was zijn interesse voor religieuze kunst en voor geloof in het algemeen. Een bijzonde- re plaats nam daarbij het Rus- sisch christendom in. Vanuit die interesse werd Henk lid van de Pokrof-redactie. Hij was hiervan zo’n twintig jaar een betrokken lid, totdat ziekte hem in de loop van 2000 dwong uit de redactie te tre- den. Wel bleef hij doorschrij- ven voor Pokrof. Vooral min- der bekende groepen in het Russische christendom, zoals Oud-gelovigen en de Buiten- land-Kerk, hadden zijn bijzon- dere interesse. Aan het begin van redactievergaderingen kon Henk in geuren en kleuren ver- tellen over wederwaardighe- den van Russische en Oekra- ïense kerken. Met dankbaarheid voor de warme persoonlijkheid die hij was en voor al wat hij deed, herdenkt de redactie van Po- krof Henk van Gerwen. ‘Eeu- wige gedachtenis!’ In het laatste nummer van Pokrof vinden we enkele beschouwingen van Dr K. Blei over de dialogen van de WARC en de Orthodoxe Kerken (‘De WARC en de Orthodoxie als dialoogpartners’, Pokrof 2004, 2, pp 9-12). Hij signaleert de span- ningen in de Wereldraad van Ker- ken, waar sommige orthodoxe kerk-gemeenschappen hun onge- noegen hebben geuit over de te protestantse signatuur van de Wereldraad. Het is daarom een goede zaak dat het gesprek tussen de oosters-orthodoxen en de refor- matorische kerken voortgang vindt. Ik veroorloof mij echter enkele vragen te stellen de wijze waarop Blei dit gesprek ziet. Protestanten en orthodoxen, zo stelt hij, hebben veel met elkaar gemeen, onder meer beider kritiek op het rooms-katholicisme. Hoe- wel het naar mijn idee goedkope oecumene is een verstandhouding te zoeken tegen een derde partner in – zoals ook roomskatholieke dialogen met de orthodoxen niet zouden moeten scoren ten koste van het gesprek van de Reformatie – roept vooral de inhoudelijke uit- werking een aantal vragen op. Allereerst zouden de orthodoxen samen met de protestanten funda- mentele kritiek hebben op de invulling van het Petrusambt bin- nen de Catholica. Ja zeker, dat is natuurlijk juist, maar het betekent daarom niet een orthodoxe ver- werping van het primaatschap van de bisschop van Rome zoals Blei stelt. Hierbij komt dat de kritiek op het centralisme van ‘Rome’ en zijn pretentie bindende geloofsuitspra- ken te doen, inderdaad een ge- meenschappelijk punt is van or- thodoxen en protestanten, maar dit punt van overeenkomst ligt wel zeer aan de oppervlakte als je het vergelijkt met de veel dieper lig- gende, aan orthodoxen en katho- lieke gemeenschappelijke, kerkop- vatting, waarin een centrale plaats is voorzien voor bisschop en pa- triarch. Bovendien zou het goed zijn te vermelden dat ook in de Catholica wordt gereflecteerd over de rol van de bisschoppen naast die van de paus. Na Vaticanum I is er ook een Vaticanum II geweest, om nog maar te zwijgen van de talrijke bisschoppelijke synodes. Een tweede punt: net als de Orthodoxie grijpt het Protestantis- me terug op de oorsprong van het christelijke geloof, tegenover late- re geloofstradities in, zo stelt de auteur. De Catholica blijkbaar niet! Het komt mij ook hier voor dat de rol van de traditie, het gezag toege- kend aan de concilies en de kerk- vaders in de wereld van de Ortho- doxie veeleer overeenkomsten ver- toont met katholieke opvattingen in deze dan met die van de prote- stanten, waar- zoals de auteur zelf ook aangeeft- het bijbels getuige- nis het enig normatieve is. Welke is hier dan nog de overeenkomst orthodox-reformatorisch? Bovendien, zouden orthodoxen zich herkennen in Bleis lapidaire uitspraak dat voor hen de herha- ling van geijkte belijdenisformules voldoende is? Herman Teule Herman Teule is hoogleraar Oosters christendom aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en directeur van het Instituut voor Oosters Christendom aldaar. Een reactie op Karel Blei

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=