Jaargang 50 Nummer 3

POKROF 17 In 2002 was het 150 jaar geleden dat de even beroemde als bizarre schrijver Nikolaj Gogol (1809-1852) overleed. Het is ruim 150 jaar geleden dat hij zijn Beschouwingen over de Goddelijke Liturgie voltooide. Pijn om de chaos waarin de mens leeft en het verlangen naar harmonie was Gogols drijfveer bij het schrijven van deze tekst. De liturgie lijkt in zijn beschrijving op een toneelscript met regieaanwijzingen voor voorgangers en kerkbezoekers, en waar de hevig begeerde harmonie uiteindelijk wordt bereikt, zodat aan het verlangen wordt voldaan. Ondertussen doen de personages in Gogols literaire werk er alles aan om orde, regelmaat en harmonie in hun bestaan te krijgen. Na 1842 was Gogol wat betreft het literaire werk uitgeschreven; een writer’s block dat permanent zou zijn. Hij schreef nog brieven, verhandelingen en raadgevingen, maar het was voor het nageslacht onleesbaar en haalde nooit de uitgaven van zijn Verzamelde Werken. Dit ene geschrift uit die wanhopi- ge onvruchtbare jaren, de Beschouwingen over de Godde- lijke Liturgie, zou meer gewaar- deerd moeten worden. Hij heeft er de laatste negen jaren van zijn leven aan gewerkt, misschien wel de laatste twaalf. Alsof de duivel ermee speelt Het is zinnig eerst wat over het literaire werk te vertellen. Laten we stilstaan bij het verhaal De neus, niet lang geleden nog in een serie voor de jeugd als afzon- derlijk verhaal uitgegeven en onlangs nog in de versie van Sjostakovitsj op het repertoire van de Nederlandse Opera. Een barbier treft in een broodje een afgesneden neus aan. Waar- schijnlijk behoort hij toe aan een hoge ambtenaar, Kovaljov, die hij onlangs onder het mes heeft gehad. De barbier wikkelt de neus in een lapje en probeert hem kwijt te raken. Ondertussen wordt de ambtenaar wakker en mist zijn neus. Hij wikkelt zijn gelaat in een doek en gaat op zoek. Hij ziet zijn neus in een koets wegrijden; het li- chaamsdeel heeft zich van zijn eigenaar losgemaakt en gaat een eigen leven tegemoet. Na wat verwikkelingen wordt de neus door een agent gevonden en bij Kovaljov thuisbezorgd. Laatste nachtmerrie: de neus blijft niet op zijn plaats zitten. Maar ten- slotte zit hij waar hij hoort, en het leven gaat weer zijn gewone gang. De verteller maakt zich aan het eind druk om alle onwaarschijn- lijkheden in zijn verhaal. Waar- Pijn om de chaos en verlangen naar harmonie Personages van Gogol in literatuur en liturgie h os v r l i lit r t r lit r i Houtsneden: P. Bonaventura Fieuillien o.f.m.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=