Jaargang 49 Nummer 5

POKROF 4 terse, ‘christelijke’ landen. Er zijn een aantal indicatoren - onder meer een toename van islamisme en fundamentalisme in bepaalde streken - die deze waarnemers gelijk geven. Nochtans is dit niet de gehele werkelijkheid. De Jordaanse prins Hasan ibn Talal, de broer van de vroegere koning Hoessein en directeur van het prestigieuze Institute for Interfaith Studies te Amman, heeft recentelijk een boek gepubliceerd over de Arabische christenen. Hierin roept hij deze op om de regio niet te verlaten, want, zo stelt hij, de moslims moeten erken- nen dat de huidige werkelijkheid van het Midden-Oosten mede door de bijdrage van de christe- nen tot stand is kunnen komen. De christenen zijn een verrijking voor de moslimse cultuur geble- ken. Christenen hebben op poli- tiek vlak en op het gebied van cultuur deel aan de Arabische werkelijkheid, die aldus niet alleen maar een islamitische ver- worvenheid is. Het is wenselijk dat deze erken- ning van een partnerschap in politiek en cultuur, zoals gereali- seerd in de laatste tweehonderd jaar, een vervolg krijgt in een waardering van het partnerschap in godsdienstige dialoog, zoals deze bestond in de bloeitijd van de Abbassidische beschaving. In onze huidige tijd is de zo vaak geroemde ‘convivialité’, het op positieve wijze samenleven maar In het voorjaar van 2000 sloegen hongerstakers uit kringen van Suryoye* hun tenten op voor het hoofdbureau van de politie in En- schede. Ze herdachten daarmee de genocide die in 1915, in de nadagen van het Osmaanse Rijk, op Syrisch-orthodoxe en andere christelijke minderheden plaats- vond. Toen de Turkse voetbalclub Galatasaray de UEFAcup-finale won in de periode rond het wes- terse Pasen, vierden Enschedese Turken de overwinning met een vlaggenparade door de straten. Bij de ‘tentchristenen’ kwam het Jonge Turkse moslima’s verlaten Syrisch-orthodox Safraanklooster (Mardin) na bezichtiging. Foto: L. van Leijsen. zonder de ander aan te spreken op de eigen godsdienstige over- tuiging, niet meer genoeg. De godsdienstige dialoog komt ech- ter slechts zeer aarzelend op gang. Behalve de positieve signa- len die uitgaan van het genoem- de Institute of Interfaith Studies, is het vooral nog een zaak van kleine en kleinschalige initiatie- ven, die meestal, zo lijkt het, aan christelijke zijde genomen wor- den: studiebijeenkomsten over de spirituele tradities van beide partijen, interreligieuze bijeen- komsten en zomerkampen van jongeren, enkele publicaties… We mogen hopen dat aan mos- limse zijde dergelijke initiatie- ven beantwoord worden, bijvoor- beeld met dezelfde stap als gezet door prins Hasan: het geven van een correcte voorstelling van waar het christendom voor staat. Herman Teule Herman Teule is buitengewoon hoogle- raar in het christendom van het Midden- Oosten aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en directeur van het Instituut voor Oosters Christendom. N E D E R L A N D Hedendaagse ontwikkelingen kunnen oude tegenstellingen tussen moslims en christenen, die van generatie op generatie in spanning met elkaar hebben geleefd, nieuw leven inblazen. De gebeurtenissen van 11 september hebben Syrisch-orthodoxen in Nederland, immigranten uit gebieden in Turkije, teruggeworpen op hun eigen gemeenschap. Ze voelen zich christen én Nederlander, terwijl autochtone Nederlanders vaak denken dat ze moslim zijn en Turken hen dikwijls als landverraders zien. Syrisch-orthodoxen: tussen hamer en aambeeld

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=