Jaargang 49 Nummer 1

POKROF 6 Het jaar 2001 was voor het voorgaan in de Byzantijnse katholieke liturgievieringen een goed jaar. Voor de Byzantijnse Gemeenschappen werd Harry Sterenberg priester gewijd, voor de Nijmeegse, Tilburgse en Utrechtse Byzantijnse Koren kwamen er vijf priesters, die naast hun andere activiteiten voor zullen gaan in de Byzantijnse liturgie. Daarmee zal voor de komende jaren het voor- gaan in deze vieringen gewaarborgd zijn. De komende drie afleveringen zal Pokrof telkens twee priesters kort aan u presenteren. den aan de Pokrof Gemeen- schappen en toegezegd priester te worden, zodat ik het werk van Vader Gabriël en Vader Antonie, de twee nog levende en werken- de Kapucijnen binnen de Slavisch-Byzantijnse ritus, zou kunnen verlichten. Ik vind het belangrijk dat er binnen het Nederlands Episcopaat de moge- lijkheid blijft om Slavisch- Byzantijns te kerken. En daar zijn priesters voor nodig. Ik studeerde vier jaar aan het opleidingsinstituut voor late roepingen Bovendonk in Hoeven bij Breda en leerde Kerkslavisch via de A.A. Brediusstichting in Hernen. Momenteel studeer ik in Brussel aan het Orthodoxe Vormingscentrum van de H. Johannes de Theoloog. Maar het meest heb ik geleerd van een twee jaar durende stage bij Vader Gabriël, die mij liturgie en theo- logie doceerde, en Vader Antonie, die mij inwijdde in de oosterse spiritualiteit. De Slavisch-Byzantijnse ritus, als geheel van godsdienstige gebruiken, geeft mij de moge- lijkheid om me te bevrijden van mijn eenzijdige rationele relatie met God. De Kerk, het Lichaam van Christus 'openbaarde' me dat de Hemel ook op de aarde al voorgeproefd mag worden, waar- door de Hemel niet langer een abstractie hoefde te blijven. Dit soort ervaringen bevorderden mijn liefde voor de Slavisch- Byzantijnse Gemeenschappen en hun leden. Steeds vaker komt het voor dat de behuizing van een plaatselijke Gemeenschap niet meer voldoet aan gestelde eisen. Soms keurt de brandweer gebruik af, soms is een trap te steil, waardoor oude, 'Na een periode, waarin de kerk door mij als een gepasseerd sta- tion werd beleefd, besloot ik op zekere dag opnieuw belijdend christen te worden. Na vele omzwervingen vond ik in de Slavisch-Byzantijnse ritus bin- nen de Rooms-katholieke Kerk de nieuwe vorm waarin ik mijn geloof in God met hart en nieren gestalte kon gaan geven. Zingend in het koor van de Maastrichtse Gemeenschap maakte ik kennis met het Oosters Werk van de Kapucijnen, tegenwoordig de Landelijke Kerkelijke Instelling Pokrof genaamd. Ik probeerde godsdienstig volwassen te wor- den: God vanuit mijn hoofd in mijn hart te sluiten. Een nogal wereldvreemde bezigheid, aldus mijn familie en vrienden, in deze zwaar geseculariseerde samenle- ving. Zo was mijn moeders adagi- um tijdens de vele jaren van zoe- ken: "As onze'ne Haarie priester wurdt, dan vret ik unne biezum- steel". In Maastricht kon ik een daad stellen: uit handen van Wladika Philippe Bär o.s.b. ont- ving ik in 1992 de kluizenaarsze- gening. Ik ontdekte dat er ook in de Byzantijnse kring een priesterte- kort heerst. Toen heb ik het plan opgevat mijn diensten aan te bie- Geloof met hart en nieren Harry Sterenberg NIEUWE VOORGANGERS BYZANTIJNSE LITURGIE

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=