Perspectief 2022-59

2022-59 De vroege kerk en de oosterse kerk als model voor kerk zijn vandaag in het Westen 65 Maar dit neemt niet weg dat de huidige tijdsgeest onontbeerlijk is voor elk oordeel over de mate waarin iets tot voorbeeld kan zijn. Het moet echter wel een mentaliteit zijn die zich laat bevragen door de Heilige Schrift en de oorspronkelijke traditie en die zich in dit proces verandert. 23. Voorbeelden van impulsen uit de vroege kerk en de oosterse kerk bij westerse theologen van de 19e en 20e eeuw Chronologisch noem ik allereerst Matthias Joseph Scheeben (1835-1888). Hij was hoogleraar dogmatiek aan het seminarie van Keulen. Zijn voornaamste verdienste was dat hij een levendige kijk op het geloof kreeg door zijn uitgebreide lectuur van de kerkvaders, vooral van de Griekse, maar ook van latere theologen, en dat hij dit doorgaf. In het bijzonder vermeld ik dat hij, in navolging van de Griekse kerkvaders, een bijzondere inwoning van de Heilige Geest in gelovigen leerde. Eeuwenlang werd in de westerse scholastieke theologie alleen een algemene inwoning van God onderwezen, en werd het spreken over de inwoning van de heilige Geest slechts beschouwd als een taalkundige specificatie, terwijl strikt genomen de Drie-enige God in de gelovige woont zonder onderscheid van personen. Door opnieuw een bijzondere inwoning van de Heilige Geest te leren, gaf Scheeben de leer van de Drie-eenheid weer een betekenis voor het geestelijk leven, die zij lange tijd niet had gehad. De theologen over wie ik het nu zal hebben, behoren allen tot de 20e eeuw. Yves Congar (1904-1995), de Franse Dominicaanse theoloog die een beslissende invloed heeft gehad op het Tweede Vaticaans Concilie, heeft door zijn intensieve studie van de kerkvaders de grondslagen gelegd voor de vernieuwing van het kerkbegrip. Nauw daarmee verbonden was zijn inzet voor de ‘theologie van de leken’ en voor de oecumene. Jean-Marie Tillard (1927-2000), een Dominicaan uit Canada, was een van de belangrijkste oecumenici van de Rooms-Katholieke Kerk. Ook hij werkte vanuit de geest van de kerkvaders, die hij intensief bestudeerde, aan de verdere verdieping en vernieuwing van het inzicht in de Kerk. Hij was nauw betrokken bij de dialoog met de Anglicanen. De Anglicanen stonden dicht bij hem, niet in het minst omdat in de Anglicaanse traditie het denken

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=