Perspectief 2022-59

46 Prof. dr. Herwig Aldenhoven Perspectief ook bevestigd door de werkelijkheid van de vroege kerk. En natuurlijk geldt hetzelfde voor de oosterse kerk. De vraag blijft echter open of de vroege kerk geen kanten had die ons tot voorbeeld kunnen zijn.1 Deze vraag zal ons nu wat langer bezighouden. 5. Eenheid van theologie, spirituele ervaring, liturgie en pastorale praktijk Een opvallend kenmerk van de vroege kerk is dat de theologie in die tijd veel sterker verbonden was met spirituele ervaring en pastorale behoeften dan in de latere westerse kerk – althans sinds de 13e eeuw. Theologie als abstracte wetenschap, zoals die al sinds de 13e eeuw in de scholastiek werd nagestreefd en in eveneens in de 16e/17e eeuw in de zogenaamde protestantse orthodoxie, die ook een soort scholastiek is, bestond toen nog niet. Mystiek was geen apart onderwerp naast de theologie, maar de vanzelfsprekende basis van alle theologie. ‘... als je gebed zuiver is, ben je een theoloog’, zegt staretz Silouan, een russisch-orthodoxe meester van het geestelijke leven in de 20e eeuw, in de geest van Evagrius Ponticus en Gregorius van Nyssa uit de 4e eeuw.2 Een dergelijke opvatting is waarschijnlijk verrassend voor de meesten van ons. En toch wordt in het Westen al tientallen jaren opgeroepen tot een grotere verbinding van de theologie met de praktijk en een nauwere verbinding tussen theologie en geestelijk leven. In dit opzicht zou de vroege kerk wel eens een voorbeeldfunctie voor ons kunnen hebben. 6. De vroege kerk en antiek ‘substantiedenken’ Hier moet ik reageren op een bezwaar dat vaak wordt opgeworpen tegen de mogelijkheid dat het denken van de vroege kerk iets voor ons zou kunnen betekenen. Het bezwaar is dat het denken van de vroege kerk volledig gebaseerd was op het antieke denken in termen van substantie. Zo'n manier van denken, die voortdurend vraagt naar de 'essentie' (Latijn: ‘essentia’ of ‘substantia’) van alles, zou echter vandaag de dag achterhaald zijn en daarmee dus ook de hele theologie van de vroege kerk. Deze vraag zou om een grondige analyse vragen, wat hier natuurlijk niet mogelijk is. Het lijkt me echter wel nodig en mogelijk om er iets over te zeggen. Als het vroegkerkelijk denken namelijk zo onlosmakelijk verbonden was met het antieke ‘substantiedenken’,

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=