Perspectief 2022-58

DEEL 2 60 Perspectief “Synodale praktijk” in de Oud-Katholieke Kerk van Nederland Can. Drs. Wietse van der Velde Iets zeggen over de synodale praktijk in de Oud-Katholieke Kerk van Nederland (OKKN) is op zichzelf genomen niet zo moeilijk. Maar toen ik daarover doordacht, werd mij wel duidelijk dat iets zeggen over de praktijk, niet kan zonder ook “iets” te zeggen over de theologische, ecclesiologische en historische achtergronden. Dat is door de bijzondere geschiedenis van de OKKN best een uitgebreid en ook nogal ingewikkeld verhaal. Dit ingewikkelde alleen al omdat de praktijk aan de ene kant is “vastgegroeid” en daarop voortborduurt, terwijl hij aan de andere kant altijd iets provisioneels blijft houden, zolang de eenheid van de katholieke kerk in Nederland niet is hersteld. Daarom eerst iets over de achtergronden en daarna over de praktijk. 1. Achtergronden De OKKN omschrijft zichzelf als een episcopaal-synodale kerk. Deze vorm van kerkbestuur is een historisch gegroeide, waarbij theorie en praktijk elkaar in balans houden. De OKKN is bij de overheid nog steeds bekend als de Roomsch-Katholieke Kerk der Oud-Bisschoppelijke Cleresie. Deze naam zegt genoeg over haar ontstaansgeschiedenis: de OKKN ziet zichzelf als een deel van de westerse-katholieke kerk, die tegen haar wil na 1723 – de verkiezing van een eigen bisschop tegen de wil van de bisschop van Rome – buiten die gemeenschap kwam te staan. Dit gebeurde omdat zij zich verzette tegen de voortgaande centralisatie in de kerk. Zij kwam daarbij op voor het oud-kerkelijke model waarin het diocees (het bisdom) de centrale entiteit is in de kerkstructuur met aan het hoofd de

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=