Perspectief 2022-58

2022-58 SYNODALITEIT IN HET LEVEN VAN DE KERK 15 Synodaal en episcopaal vraagt evenwichtskunst1 Mr. Lydia Janssen 1. Inleiding Dank u wel voor de uitnodiging om hier iets te vertellen over de ervaringen van de Oud-Katholieke Kerk in Nederland met synodale processen. Voordat ik dat doe, in schema de organisatie van onze kerk: de kerk wordt sinds 1982 bestuurd door een Collegiaal Bestuur, met daarin beide bisschoppen en gekozen vertegenwoordigers van de geestelijken en de leken. De algemene synode bestaat uit vertegenwoordigers van de parochies en van de geestelijken en komt minstens eens per jaar bijeen. Deze synode heeft een adviserende rol richting Collegiaal Bestuur en heeft het budgetrecht. De agenda van de synode wordt in alle parochies vooraf besproken. Behalve een Collegiaal Bestuur en een algemene synode, kennen we een provinciale synode van alle geestelijken van beide bisdommen. Deze provinciale synode is eveneens adviserend.2 Om u in onze ervaringen te laten delen stel ik u voor aan Antonius Jan Glazemaker, aartsbisschop van Utrecht van 1982 tot 2000. Samen met zijn collega bisschop van Haarlem3 leidde hij de kerk in een periode van veel veranderingen. Zo gingen de bisschoppen de kerk samen met geestelijken en leken besturen, werd de liturgie vernieuwd, werd inzegening van een tweede huwelijk na scheiding mogelijk en werden vrouwen toegelaten tot het drievoudig ambt van diaken, priester en bisschop. 2. Synodaal proces cruciaal Ik ben de biografie4 van Glazemaker gaan schrijven omdat ik me afvroeg hoe het toch kon dat zulke ingrijpende veranderingen tamelijk rimpelloos zijn ingevoerd, zonder al te veel polarisatie. In mijn onderzoek bleek het synodaal proces daarin cruciaal te zijn. Wat ook

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=