Perspectief 2022-57

8 Prof. dr. Marcel Sarot Perspectief vrouw van Jozef was en hij ook zoons uit zijn eerste huwelijk had, dan ligt het voor de hand dat Jezus in Nazareth ‘de zoon van Maria’ wordt genoemd om hem te onderscheiden van de zoons uit Jozefs eerdere huwelijk. Richard Bauckham, die dit argument in de discussie inbrengt, ondersteunt het met een aantal parallellen uit het Oude Testament.12 Voeg hierbij dat de interpretatie van ‘broers en zussen’ die wij in het Protevangelium aantreffen, de enige interpretatie is die wij vóór Tertullianus aantreffen, en het wordt duidelijk dat er meer vóór te zeggen is dan veel exegeten voor waar willen hebben.13 Er is nog een alternatieve, latere verklaring van het spreken over broers en zusters van Jezus, die afkomstig is van Hiëronymus (ca. 347–420) en die van oudsher veel aanhang onder katholieken had. Deze vat ‘boers en zusters’ op als ‘neven en nichten.’ Deze interpretatie is echter minder plausibel.14 Een tweede bezwaar dat vaak tegen de levenslange maagdelijkheid van Maria wordt ingebracht, is dat het in de joodse cultuur van die tijd ondenkbaar zou zijn.15 Dit is echter onhoudbaar, zowel omdat blijvende maagdelijkheid binnen het huwelijk wel degelijk voorkwam – het is bekend uit de communiteit van Qumran – als omdat zowel Jezus (Matt 19:10–12) als Paulus (1 Cor 7:7–8) in het Nieuwe Testament in verband worden gebracht met het afzien van seks omwille van het koninkrijk.16 4 Is de gedachte dat Maria onbevlekt ontvangen is, bijbels? (Luc. 1:28). Bij de onbevlekte ontvangenis van Maria gaat het over de gedachte dat zij vanaf haar geboorte vrij was van de gevolgen van de erfzonde. Huijgen noemt deze gedachte, die in de Rooms-Katholieke Kerk als dogma werd uitgesproken, zonder ‘bijbelse basis’ en ‘voor christenen buiten de rooms-katholieke kerk onverteerbaar’ (155). Hij spreekt ook van een ‘kerkelijk bedrijfsongeval’ (159). Nu bespreekt Huijgen de bijbeltekst die volgens de bulle Ineffabilis Deus, het document waarmee Paus Pius IX het dogma van de onbevlekte ontvangenis in 1854 afkondigde, de belangrijkste bijbelse grondslag voor dit dogma biedt, uitvoerig. Hij verbindt deze tekst alleen niet aan het dogma. De betreffende tekst is Lucas 1:28: ‘Verheug u, Begenadigde, de Heer is met u!’ Huijgen bespreekt die tekst om de gangbare Latijnse vertaling van het Griekse woord dat ik zojuist heb vertaald met ‘begenadigde’ te bestrijden. Die vertaling luidt gratia plena: vol van genade. ‘Wees gegroet Maria, vol van genade, de Heer is met U,’ zo bidden wij in het Weesgegroet. Die tekst suggereert volgens

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=