Perspectief 2022-57

6 Prof. dr. Marcel Sarot Perspectief 3 Is de gedachte dat Maria altijd maagd is gebleven bijbels? (Joh. 19:25-27) In onze geloofsbelijdenissen wordt gezegd dat Jezus is geboren uit de maagd Maria. Maar wanneer was Maria eigenlijk maagd? Volgens sommigen gaat het hier alleen om haar maagdelijkheid tijdens de conceptie, volgens anderen heeft het ook betrekking op de maagdelijkheid van Maria tijdens de geboorte van Jezus, en volgens de traditie van de Kerk is Maria altijd maagd gebleven. Huijgen en ik zijn het eens dat er sprake is van een maagdelijke conceptie, en dat de theologische functie daarvan is, het ingrijpen van God in de geschiedenis te beklemtonen (78–79). Het gaat niet op de eerste plaats om de zuiverheid van Maria; daarvan is in de Schrift geen sprake. En wij moeten ook waken voor een uitleg die de maagdelijke geboorte koppelt aan een afwijzing van de menselijke seksualiteit. Tussen haakjes: waar het gaat om de Bijbelse onderbouwing van de maagdelijke geboorte, onderschat Huijgen m.i. wel het gewicht van Johannes 1:13, waarin in de meest gangbare lezing van allen die Jezus aanvaarden wordt gezegd: ‘Zij zijn niet uit bloed noch uit begeerte van het vlees of de wil van een man, maar uit God geboren.’ Huijgen verwerpt de alternatieve lezing, waarin dit niet van alle gelovigen, maar van Jezus wordt gezegd (81–82).6 Maar ook als wij de gangbare lezing accepteren, treffen wij hier wel degelijk een toespeling op de maagdelijke conceptie. Zonder het geloof daarin was dit vers onbegrijpelijk.7 Uit het boek van Huijgen blijkt dat Luther, Zwingli, en Bullinger de levenslange maagdelijkheid van Maria accepteren. Het is dus niet zo dat katholieken deze accepteren, protestanten haar afwijzen. Toch is Huijgen op dit punt heel zuinigjes. Hoewel hij de term ‘maagdelijke geboorte’ accepteert als de gangbare term, beklemtoont hij wel dat het strikt genomen alleen om de maagdelijke conceptie gaat (163). Hier zou ik tegenin willen brengen dat er veel te zeggen valt voor een blijvende maagdelijkheid van Maria. Niet omdat dit theologisch zo belangrijk is.8 Maar wel omdat de Schrift zich zo – in overeenstemming met de traditie – het best laat lezen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan Johannes 19:26–27. Ik citeer: ‘Toen Jezus zijn moeder zag en naast haar de leerling die Hij liefhad, zei Hij tot zijn moeder: “Vrouw, zie daar uw zoon.” Vervolgens zei

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=