Perspectief 2022-57

38 Prof. dr Arnold Huijgen Perspectief Overigens spreekt een ander evangelie onomwonden over Jezus als 'de zoon van Jozef, uit Nazareth' (Joh. 1:46). Ook Johannes 19:26-27 over Jezus die Maria en Johannes aan elkaar verbindt als moeder en zoon, overtuigt mij niet als bewijstekst voor Maria's maagdelijkheid. De vooronderstelling is dat als Jezus broers en zussen gehad zou hebben, zij hem wel bij zich in huis genomen zouden hebben. Maar is deze vorm van zorg compleet afhankelijk van het biologisch ouderschap? Met andere woorden: is het denkbaar dat wanneer Jezus' broers eigenlijk zijn halfbroers waren, ze Maria een plaats in huis zouden hebben ontzegd? Bovendien dient de tekst helemaal niet om te informeren over biologische broers en zussen (al dan niet). De pointe is de nieuwe familie die Jezus schept, voorbij de gebruikelijke bloedbanden, door het bloed van de gekruisigde Jezus. Overigens groeit gaandeweg mijn bewondering voor de tact van Calvijn, die als humanist de Bijbelteksten strikt filologisch en historisch probeerde te lezen, maar die wel met een wijdverbreide overtuiging van Maria's altijddurende maagdelijkheid te maken had. Bij Matteüs 1:25 houdt Calvijn het bij het commentaar dat de tekst enkel zegt dat Jozef geen gemeenschap met Maria had tot zij haar eerstgeboren Zoon gebaard had. 'Wat er daarna gebeurd is, staat er niet.'10 5 Onbevlekte ontvangenis Zowel Sarot als Echeverria leggen de vinger bij de interpretatie van het 'kecharitomene' ('begenadigd') uit Lucas 1:28. Geen van beide betwist dat gezien het Grieks de vertaling 'begenadigd' de voorkeur verdient boven 'vol van genade'. Niettemin nemen zij het beide op voor deze interpretatie: als Maria inderdaad dé begenadigde is, is ze vervolgens – door het ontvangen van deze genade – vol van deze genade. Kan zij dan anderen ook niet laten delen in wat zij heeft ontvangen? Het participium perfectum lijkt immers aan te duiden dat de begenadiging van Maria reeds geruime tijd verwerkelijkt is. Mij overtuigt deze gedachte niet. Om bij de grammatica te beginnen: het is niet onmogelijk om een perfectum resultatief te vertalen, maar dan moet de context dat wel vereisen of ten minste waarschijnlijk maken. Gezien de context is een performatief spreken veel meer voor de hand liggend: door Gods spreken ontstaat iets nieuws. Een dergelijk spreken

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=