Perspectief 2021-56

2021-56 Visionair leiderschap 33 passend bij de wijze waarop Glazemaker zijn ambt invulde is de passage waarin dit document de dimensies van de uitoefening van de episkopè beschrijft: Het kerkelijk ambt moet op een persoonlijke, collegiale en communale manier uitgeoefend worden. Persoonlijk, omdat de verwijzing naar de tegenwoordigheid van Christus te midden van zijn volk het best kan geschieden door die persoon die geordineerd is om het evangelie te verkondigen en de gemeente op te roepen om de Heer te dienen in de eenheid van leven en getuigen. Collegiaal, omdat er een college nodig is van kerkelijke ambtsdragers die de gemeenschappelijke taak delen om de belangen van de gemeenschap te vertegenwoordigen. Tenslotte moet de nauwe band tussen het ambt en de gemeenschap uitgedrukt worden in een communale dimensie, waarin de uitoefening van het kerkelijk ambt geworteld is in het leven van de gemeenschap en die om de daadwerkelijke deelneming van de gemeenschap vraagt bij het ontdekken van Gods wil en de leiding van de Heilige Geest. (A.26)6 Terwijl Glazemaker, in zijn met elkaar verweven rollen van voorganger en leraar, voorzitter en luisterende regisseur, ontegenzeggelijk ‘persoonlijk’ de episkope uitoefenende,7 is aan zijn omgang met collega’s, zowel door ze actief om advies te vragen, ze het woord te laten voeren op synodes, en überhaupt door thema’s inderdaad relatief breed op synodes (van de geestelijkheid, in dit geval) te bespreken, de collegiale dimensie af te lezen, wat natuurlijk ook geldt voor het besturen van de kerk via een collegiaal bestuur; de communale dimensie is, tenslotte, duidelijk in de interactie met de synode, zowel op de jaarlijkse vergaderingen, als in een breder synodaal proces in de kerk, waarvan het lidmaatschap van (deels door de synode gekozen) leken in het al genoemde collegiale bestuur ook een uitdrukking is. Ook een ander citaat uit het Lima-rapport resoneert goed met de manier waarop Glazemaker opereerde en suggereert dat dit, in zijn oecumenische context gezien, meer is dan al polderend ‘de boel bij elkaar houden,’ maar dat Glazemaker als ‘polderbisschop’ uitdrukking gaf aan iets wat een wezenlijke dimensie van het bisschopsambt is: De kerk als lichaam van Christus en als het eschatologische volk van God, wordt opgebouwd en in stand gehouden door de Heilige Geest via een verscheidenheid van gaven of ambten. Tot deze gaven behoort een ambt van episkopè om uitdrukking te geven aan de

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=